Kamerlid
Kruimelpad
Werkingsmiddelen beroepen gezondheidszorg - Schriftelijke vraag aan minister Vandenbroucke
Werkingsmiddelen beroepsgroepen gezondheidszorg.
De gezondheidszorgberoepen (arts, tandarts, apotheker, verpleegkundige, kinesitherapeut, vroedvrouw, zorgkundige en paramedici), zoals omschreven in de "wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015" worden vertegenwoordigd door verschillende beroepsorganisaties in het Verzekeringscomité. Deze beroepsorganisaties ontvangen een dotatie om hun werking te garanderen.
- Kunt u voor elk gezondheidsberoep aangeven door welke beroepsgroep ze worden vertegenwoordigd in het Verzekeringscomité?
- Hoe groot is de dotatie (sinds 2018), voor elke beroepsgroep? Hoe wordt die dotatie berekend?
- Zijn er gezondheidszorgberoepen die niet vertegenwoordigd worden in het Verzekeringscomité? Welke zijn dat? Ontvangen hun beroepsgroepen een dotatie voor hun werking, en zo ja, hoe hoog is die dotatie? Hoe wordt die berekend?
****************************************************
Antwoord op de parlementaire vraag nr. 2388 van 30 oktober 2023 van mevrouw GIJBELS Frieda, Volksvertegenwoordiger
Tabel 1 geeft aan welke gezondheidsberoepen vertegenwoordigd zijn in het Verzekeringscomité en aan welke beroepsorganisatie hun vertegenwoordiger is verbonden.
De samenstelling van het Verzekeringscomité is bepaald in art. 10 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Wat betreft de gezondheidsberoepen is het Verzekeringscomité samengesteld uit:
- “4° acht werkende en acht plaatsvervangende leden waarvan respectievelijk zeven artsen en een tandheelkundige, benoemd uit de kandidaten die, in dubbel aantal van dat der toe te wijzen mandaten, worden voorgedragen door de representatieve beroepsorganisaties; onder de werkende leden die de artsen vertegenwoordigen zijn er vier algemeen geneeskundigen en drie artsen-specialisten en onder de plaatsvervangende leden die de artsen vertegenwoordigen zijn er drie algemeen geneeskundigen en vier artsen-specialisten;”
- “5° twee werkende en twee plaatsvervangende leden, apothekers, benoemd uit de kandidaten die in dubbel aantal van dat der toe te wijzen mandaten, worden voorgedragen door de representatieve beroepsorganisaties. Tot de werkende of plaatsvervangende leden, dienen verplichtend een officina-apotheker, een ziekenhuisapotheker en een apotheker-bioloog te behoren;”
- “7° zeven werkende en zeven plaatsvervangende leden waarvan respectievelijk een verpleegkundige, een kinesitherapeut, een logopedist, een opticien, een verstrekker van prothesen en toestellen, een verstrekker van implantaten, een gehoorprothesist, een ergotherapeut, een orthoptist, een podoloog, een vroedvrouw, een diëtist, benoemd uit de kandidaten die in dubbel aantal van dat der toe te wijzen mandaten, worden voorgedragen door de representatieve beroepsorganisaties; Tot de werkende leden dienen verplichtend een verpleegkundige, een kinesitherapeut, een vroedvrouw, een verstrekker van implantaten en paramedische medewerkers te behoren en tot de plaatsvervangende leden dienen verplichtend een verpleegkundige, een verstrekker van implantaten en paramedische medewerkers te behoren;”
Tabel 1
Groupes prestataires Comité de l’assurance |
Organisation professionnelle |
Pharmaciens/ Apothekers |
ABPH-BVZA |
Médecins/ Artsen |
AADM |
Praticiens de l'art dentaire/ Tandheelkundigen |
VVT |
Opticiens et optométristes/ Opticiens en optometristen |
APOOB |
Kinésithérapeutes/Kinesitherapeuten |
AXXON |
Orthopédistes-bandagistes/Orthopedisten-bandagisten |
BBOT-UPBTO |
Orthoptistes/Orthoptisten |
BOV-ABO |
Podologues/Podologen |
BVP-ABP |
Fournisseur implants/Leveranciers implantaten |
BVZA |
Technologies médicales/Medische technologieën |
BEMEDTECH |
Praticiens de l'art infirmier/Verpleegkundigen |
FNBV NVKVV |
Ergothérapeutes/Ergotherapeuten |
NBFE-NFBE |
Audiciens/Audiciens |
UCBA-CEUPA |
Sages-femmes/Vroedvrouwen |
VBOV |
Diététiciens/Diëtisten |
VBVD |
Logopèdes/Logopedisten |
VVL |
2. Een representatieve beroepsorganisatie kan een financiering ontvangen voor haar werking indien het betreffende gezondheidsberoep een Akkoorden- of overeenkomstencommissie heeft binnen het RIZIV. Acht gezondheidsberoepen, vertegenwoordigd in het Verzekeringscomité, ontvangen een financiering voor de werking van hun representatieve beroepsorganisaties: artsen, apothekers, kinesitherapeuten, tandheelkundigen, logopedisten, verpleegkundigen, bandagisten-orthopedisten en vroedvrouwen.
Tabel 2 toont de financiering per sector vanaf 2018, per kalenderjaar waarop de financiering slaat. Deze financiering kadert binnen de budgetten zoals vastgelegd in de rubriek "projecten art. 56 - 22" van de gezondheidszorgbegroting.
Tabel 2
Secteur/Sector |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
Médecins |
1.287.371,39 € |
1.287.371,39 € |
1.287.371,39 € |
1.299.999,99 € |
1.355.999,99 € |
1.466.378,39 € |
Kinésithérapeutes |
431.358,01 € |
442.448,19 € |
447.315,12 € |
447.565,00 € |
483.549,23 € |
515.560,19 € |
Praticiens de l'art dentaire |
426.851,23 € |
436.250,05 € |
442.133,41 € |
444.167,22 € |
479.862,86 € |
511.619,19 € |
Pharmaciens |
408.311,58 € |
418.808,90 € |
423.415,80 € |
423.652,34 € |
457.713,99 € |
488.014,66 € |
Logopèdes |
305.535,05 € |
304.650,73 € |
308.005,64 € |
342.470,83 € |
369.993,10 € |
394.469,24 € |
Praticiens de l'art infirmier |
371.473,85 € |
379.534,83 € |
384.797,97 € |
386.568,04 € |
403.962,80 € |
430.705,14 € |
Bandagistes-orthopédistes |
377.369,91 € |
385.531,21 € |
390.889,78 € |
392.671,06 € |
424.241,81 € |
452.326,62 € |
Sages-femmes |
- |
254.567,60 € |
257.369,94 € |
274.053,39 € |
296.081,46 € |
315.673,90 € |
Total |
3.608.271,02 € |
3.909.162,90 € |
3.941.299,05 € |
4.011.147,87 € |
4.271.405,24 € |
4.574.747,33 € |
De parameters en bedragen voor de berekening van de financiering van de representatieve beroepsorganisaties worden per sector vastgelegd in een koninklijk besluit, met als wettelijke basis artikel 36nonies van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. De bedragen in de koninklijke besluiten worden jaarlijks geïndexeerd volgens de geldende index van de consumptieprijzen op 1 maart van het betrokken jaar.
Algemeen gesteld bestaat de jaarlijkse financiering van een representatieve beroepsorganisatie uit de som van een forfaitair basisbedrag en een variabel aanvullend bedrag.
Wat betreft de sector van verpleegkundigen kent de financiering een andere wettelijke basis (programmawet van 2 januari 2001, artikel 59quater): voor deze sector wordt een forfaitair jaarbedrag toegekend aan de Algemene Unie der Verpleegkundigen van België.
Per sector wordt in het koninklijk besluit telkens een maximumbedrag vastgelegd, dat past binnen het budget zoals voorzien in de rubriek "projecten art. 56 - 22" van de gezondheidszorgbegroting. Indien de totale som van basisbedrag en aanvullend bedrag het maximumbedrag overschrijdt, worden de toe te kennen bedragen aan de representatieve beroepsorganisaties proportioneel verminderd om dit bedrag niet meer te overschrijden.
De financiering wordt aan de beroepsorganisaties betaald in twee schijven. Een eerste schijf van 75 % wordt betaald vóór 31 maart van het betrokken jaar of in de maand die volgt op de publicatie van het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad. De tweede schijf van 25% wordt betaald na controle van de jaarrekening door de Directie financiën van het RIZIV. Indien uit de jaarrekening blijkt dat de tegemoetkoming niet volledig werd aangewend voor de doeleinden zoal bepaald in het koninklijk besluit of onvoldoende kosten werden gemaakt, kan de Algemene raad beslissen dat de schijf van 25% niet wordt betaald.
3. Tabel 3 geeft een overzicht van gezondheidsberoepen die niet worden vertegenwoordigd in het Verzekeringscomité. Het aantal mandaten binnen dit orgaan is immers beperkt. Sommige van deze gezondheidsberoepen attesteren geen verstrekkingen binnen de verplichte ziekteverzekering, bijvoorbeeld omdat sommige van hun activiteiten worden terugbetaald via attesteringen van andere gezondheidsberoepen zoals bij zorgkundigen en verpleegkundigen. De beroepsorganisaties van de gezondheidsberoepen in tabel 3 ontvangen vanuit het RIZIV geen financiering voor hun werking, maar het is niet uitgesloten dat ze een dotatie ontvangen via andere bronnen.
Tabel 3
Aides-soignants |
Zorgkundigen |
Secouristes ambulanciers |
Hulpverleners-ambulanciers |
Psychologues cliniciens |
Klinisch psychologen |
Orthopédagogues cliniciens |
Klinisch orthopedagogen |
Assistants pharmaceutico-techniques |
Farmaceutisch-technisch assistenten |
Audiologues |
Audiologen |
Technologues de laboratoire médical |
Medisch laboratorium technologen |
Technologues en imagerie médicale |
Technologen medische beeldvorming |
Hygiénistes bucco-dentaires |
Mondhygiënisten |
Ambulanciers de transport non urgent de patients |
Ambulanciers niet dringend patiëntenvervoer |