Kamerlid
Kruimelpad
Zorgtraject long-COVID - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 31 januari 2023:
08.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Sinds 1 juli voorziet het RIZIV in een tegemoetkoming in de eerstelijnszorg voor patiënten in een gepersonaliseerd zorgtraject post-covid. Die overeenkomst loopt tot einde juni van dit jaar. De huisarts is daarbij de spilfiguur die de zorg bepaalt en die ook beslist welke disciplines er worden voorgeschreven. De arts-specialist kan een patiënt met bevestigde post-coviddiagnose ook doorverwijzen naar de huisarts. Er zijn dan twee trajecten mogelijk: eentje waarbij de patiënt nood heeft aan één zorgverlener of eentje met meer zorgverleners binnen een multidisciplinair team. In dat teamoverleg tussen arts en eerstelijnzorgverleners zal een zorgcoördinator worden aangeduid, die de regie in handen neemt.
Aanvankelijk bestond er geen duidelijke richtlijn omtrent het stellen van de diagnose post-covid en werd er gewerkt met de definitie van de WHO, die stelt dat symptomen minstens twee maanden aanwezig moeten zijn en niet verklaard kunnen worden door een alternatieve diagnose. Recent werden er echter ook richtlijnen gepubliceerd over de diagnose, opvolging en revalidatie door het Evidence Based Practice Net. Daar spreekt men van aanhoudende klachten vanaf vier weken na een acute infectie om van post-covid te spreken.
De diagnostische criteria zijn ruim en voor interpretatie vatbaar. Hoe zal er worden op toegezien dat het budget de juiste mensen bereikt? Hoe wilt u bijvoorbeeld het onderscheid maken met aandoeningen met gelijkaardige symptomen als CVS of fibromyalgie? Momenteel wordt de verpleegkundige niet betrokken bij het multidisciplinaire team. Welke rol ziet u voor de verpleegkundige weggelegd als lid van deze equipe? Kan deze ook de rol van zorgcoördinator op zich nemen? De evaluatie zal gebeuren aan de hand van indicatoren. Wanneer zijn die beschikbaar?
Op welke manier zal worden opgevolgd dat de richtlijnen die naar voren worden geschoven door het Evidence Based Practice Net worden geïmplementeerd en dat er enerzijds geen overbodige onderzoeken als medische beeldvorming gebeuren, maar dat anderzijds wel correct gebruik wordt gemaakt van een stroomdiagram en ook tijdig wordt doorverwezen? Zijn de richtlijnen compatibel met het zorgtraject dat al eerder werd afgesproken, of moet dat worden bijgestuurd, bijvoorbeeld de wachttijd na de acute infectie om te kunnen spreken van post-covid?
08.02 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw de voorzitster, voor het stellen van de diagnose post-COVID-19 is de huisarts verantwoordelijk. Ondertussen is de Belgische richtlijn voor de opvolging en revalidatie van patiënten met aanhoudende klachten na COVID-19 in de eerste lijn gepubliceerd op de website van het Evidence Based Practice Net (Ebpnet).
In die evaluatie zal ook de rol van zorgcoördinator bekeken worden. De huisarts kan die rol opnemen, waarbij de overeenkomst toelaat dat hij die taken delegeert aan bijvoorbeeld de praktijkverpleegkundige. In de komende maanden wordt in overleg met onder meer CEBAM, Ebpracticenet en de ziekenfondsen de evaluatie van het zorgtraject uitgewerkt. Het is de bedoeling om in het voorjaar de evaluatie van de overeenkomst aan te vatten. Op basis daarvan zullen wij de regelgeving al dan niet bijsturen.
Met betrekking tot de richtlijnen en het faciliteren van de implementatie van de richtlijn, wij hebben binnen het EBP-netwerk een aanbesteding uitgeschreven. Bij de uitwerking van de evaluatie zal de opvolging van deze richtlijn zo maximaal mogelijk meegenomen worden. U zegt het terecht, er zijn nog enkele aandachtspunten naar verschillen tussen het zorgtraject en de richtlijn, die mee moeten worden genomen in de evaluatie, zoals de wachttijd na een acute infectie.
Vermits de overeenkomst slechts voorzien is tot 30 juni van dit jaar en de evaluatie in het voorjaar plaatsvindt, zal een eventuele bijsturing van de overeenkomst pas na de evaluatie gebeuren.
08.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, het lijkt mij duidelijk. Ik zal het met aandacht opvolgen. Het is inderdaad belangrijk dat het CEBAM voor die evaluatie zal instaan. Ik ben benieuwd naar de bevindingen.