Kamerlid
Kruimelpad
Longtransplantaties bij Covid-19-patiënten - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
16 maart 2021: ingediende mondelinge vraag tijdens het actualiteitsdebat over COVID-19 in de commissie Volksgezondheid.
Frieda Gijbels:
Mijnheer de minister,
Vandaag bereikte ons het nieuws dat er in het UZLeuven voor het eerst twee longtransplantaties werden uitgevoerd bij covid19 patiënten. Dat is uiteraard goed nieuws, al werd er terecht de bedenking gemaakt dat er wel rekening moet worden gehouden met de bestaande wachtlijst van potentiële receptoren. Er werd echter ook melding gemaakt van bepaalde voorwaarden waaraan covidpatiënten moeten voldoen om aanspraak te kunnen maken op een transplantatie. Zo bereikte me het schrijnende verhaal van een man van 59 jaar, die blijkbaar niet meer in aanmerking zou komen en het dus wellicht niet meer zal halen.
Mijnheer de minister, kan u toelichten welke de voorwaarden zijn om aanspraak te kunnen maken op een longtransplantatie als covidpatiënt en waarom?
01.23 Minister Frank Vandenbroucke:
Er zijn geen wettelijke criteria voor longtransplantatie, alleen internationale en nationale richtlijnen. Voor covidpatiënten in subacute fase, dus nog altijd opgenomen op een afdeling Intensieve Zorg, beademd en eventueel onder kunstmatige hartlongondersteuning, hanteren wij andere richtlijnen dan dewelke worden gebruikt bij de reguliere transplantkandidaat, net omdat dergelijke patiënten geen uitgebreide pretransplantonderzoeken kunnen ondergaan wegens hun kritieke medische situatie op Intensieve Zorg.
Wij streven dus naar een minimumkans op comorbiditeit met een maximumkans op overleving. Daarom transplanteren wij bij voorkeur jongere patiënten, die beter aan de voorwaarden voldoen. Bovendien moeten die patiënten uiteraard aan andere specifieke situatiegebonden criteria voldoen, die voortvloeien uit richtlijnen van, enerzijds, het orgaanallocatiemechanisme Eurotransplant en, anderzijds, het ISHLT met betrekking tot het besmettingsrisico ten gevolge van een doorgemaakte Sars-COVID2 virale infectie. Tot slot moet bij een patiënt wiens leven in stand wordt gehouden met een hart-longmachine, de aanwezigheid van HLA-antistoffen in het bloed worden uitgesloten gezien de grote kans op acuut orgaanfalen onmiddellijk na de longtransplantatie. Uiteraard gaan wij er ook vanuit dat een dergelijke urgente procedure een uitzonderlijke ingreep is, die het traject van de reguliere transplantpatiënt op de wachtlijst flink doorkruist. Iedere acute longtransplantatie voor een covidpatiënt resulteert in een langere wachtperiode voor een stabiele patiënt uit het reguliere traject met toegenomen risico van voortijdig overlijden tijdens de wachtperiode. Transplantatie is immers afhankelijk van kwaliteitsvolle donororganen. Wij noteren toch een daling met 20 % van het aantal donoren en longen in België in 2020, dus tijdens de coronapandemie.