
Kamerlid

Natuurlijke immuniteit COVID-19 - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
18 mei 2021: ingediende mondelinge vraag tijdens het actualiteitsdebat over COVID-19 in de commissie Volksgezondheid.
Mijnheer de minister,
Volgens biostatisticus Geert Molenberghs zijn er veel meer coronabesmettingen in België dan de officiële 1 miljoen. Hij schat dit eerder op 3 miljoen.
Volgens biostatisticus Kurt Barbé zou 42,66% van de bevolking natuurlijke immuniteit hebben opgebouwd.
Vandaar volgende vragen:
Welke steekproeven worden er gedaan om verworven immuniteit te bepalen? Kan u dit toelichten?
Wordt er, naast de aanwezigheid van antistoffen, ook onderzocht of er sprake is van T-cel immuniteit? Wat is daar het resultaat van?
Welke rol speelt de verworven immuniteit in de versoepeling van maatregelen? Wordt hier rekening mee gehouden en op welke manier?
Met dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
03.22 Minister Frank Vandenbroucke:
Meer in het algemeen bevindt België zich in een situatie waarin aan de ene kant een aanzienlijk deel van de bevolking al immuniteit heeft opgebouwd. We hebben immers vastgesteld dat 18 % van de bloeddonors in België in december 2020 antistoffen had tegen COVID-19. Sindsdien werden ook heel veel mensen gevaccineerd want op dit ogenblik heeft 42 % van volwassenen ten minste een eerste dosis van het vaccin gekregen. Er is dus een krimpend deel van de bevolking dat nog susceptibel is en een snel groeiende groep mensen die gevaccineerd is of geïmmuniseerd door de ziekte. Deze mensen leven naast en door elkaar. Het risico in een dergelijk situatie is dat de selectiedruk op het virus ervoor zorgt dat er varianten ontstaan en zich verspreiden die misschien deels ontsnappen aan de immunisatie of de vaccinatie, hoewel we daar op dit ogenblik geen enkele concrete aanduiding voor hebben. Dat is echter een mogelijk risico. Los daarvan blijft het in deze tussenfase wel zaak om de viruscirculatie zo laag mogelijk te houden en de kans op het ontstaan van varianten te verkleinen.
03.23 Frieda Gijbels (N-VA):
Over de seroprevalentie zegt u dat er nog altijd schaarse gegevens zijn. Ik vind dat ook een jammere zaak. Data zijn het nieuwe goud wordt gezegd. Zeker in een crisis als deze is het zo belangrijk dat wij een goed zicht hebben op de verspreiding van deze infecties. Wij moeten goed kunnen inschatten hoe groot die seroprevalentie momenteel is. U zei dat 18 % van de bloeddonoren positief is getest. Dat zijn cijfers van december 2020. Ik hoop echt dat er nog recentere cijfers beschikbaar zijn. Professor Molenberghs sprak over een schatting van 3 miljoen Belgen die seropositief voor COVID-19 zouden zijn. Volgens de inschatting van professor biostatistiek Barbé zou zelfs 42 % van de Belgen positief testen. We moeten daar echt een duidelijk beeld van krijgen, want het heeft een grote impact op de samenleving en eventueel ook op het lossen van de maatregelen
