Kamerlid
Kruimelpad
Resultaten antibioticagebruik bij dieren - Mondelinge vraag aan minister Clarinval
28 juni 2021
Mijnheer de minister,
Op 22 juni 2021 presenteerden het AMCRA, FAVV, FAGG en FOD VVVL de resultaten van het antibioticagebruik bij dieren in 2020 en tijdens het eerste antibioticaconvenant (2016-2020). De doelstellingen voor dit convenant (ten opzichte van 2011):
Reductie totaal antibioticagebruik van -50%,
Reductie gebruik kritisch belangrijke antibiotica van -75%,
Reductie gebruik gemedicineerd voeder dat antibiotica bevat van -50%.
Uit de resultaten blijkt dat 2 van de 3 doelstellingen niet gehaald werden. Het gebruik van de 1ste en 2de generatie cefalosporines (+19,8%), de kritisch belangrijke antibiotica fluoroquinolones (+36.2%) en 3de en 4de generatie cefalosporines (+2,3%) steeg in 2020, terwijl dit de laatste jaren verminderde. De forse toename in het gebruik van fluoroquinolones zou zich voornamelijk in de pluimveesector situeren en meer specifiek bij vleeskippen.
In het kader van deze resultaten stel ik u volgende vragen:
Welke verklaring ziet u voor de forse stijging in het gebruik van fluoroquinolones? Is hier enkel de pluimveesector voor verantwoordelijk of hebben ook andere sectoren een aandeel in de stijging?
Welke verklaring ziet u voor de forse stijging van het antibioticagebruik in de pluimveesector? Heeft er reeds overleg plaatsgevonden met de sector? Zo ja, wat heeft u de sector opgelegd en wat werd overeengekomen? Welke bijkomende maatregelen zal u nemen om het stijgende gebruik aan te pakken?
Welke verklaring ziet u voor de forse stijging in het gebruik van 1ste en 2de generatie cefalosporines en van 3de en 4de generatie cefalosporines? Welke sector draagt hier voornamelijk toe bij? Plant u overleg met die sector?
Werden bovenvermelde stijgingen verwacht? Welke stappen zal u ondernemen om het gebruik te reduceren?
Waarom kent België, ondanks de ambitieuze doelstellingen van het convenant, nog steeds een groter antibioticagebruik ten opzichte van buurlanden? Welke factoren acht u daarvoor verantwoordelijk?
In welke mate wordt er in het convenant 2021-2024 rekening gehouden met bovengenoemde stijgingen in antibioticagebruik?
In de presentatie van de resultaten kwam naar voren dat voor kleine huisdieren moeilijk conclusies te trekken zijn omdat men geen zicht heeft op de biomassa (aantal). Hiervoor is een data-collectiesysteem nodig. Werd er reeds werk gemaakt van zo’n data-collectiesysteem? Wat is de stand van zaken?
Dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
13 juli 2021
03.03 Minister David Clarinval:
Mevrouw Gijbels, mijnheer De Caluwé, een van de elementen waaraan de stijging van het gebruik van antibiotica in de pluimveehouderijen kan worden toegeschreven, is de vernietiging door de Raad van State van hoofdstuk 6, afdeling I van het KB van 21 juli 2016 dat restricties oplegt inzake het gebruik van kritieke antibiotica, waaronder de fluoroquinolones. Dat hoofdstuk werd opnieuw ingevoegd in het KB en trad in werking op 9 december 2020, waardoor in 2021 opnieuw een daling wordt verwacht. Een andere mogelijke reden is het minder preventief gebruik van antibiotica bij eendagskuikens. Daardoor hebben meer tomen op een latere leeftijd antibiotica nodig. Om het hoge gebruik van antibiotica in de pluimveesector tegen te gaan, heeft de sector zelf een tienstappenplan uitgewerkt. Het convenant 2021-2024 werd begin 2021 ondertekend en is voornamelijk een engagement van de overheid en de sectoren om de samenwerking in de strijd tegen de antimicrobiële resistentie voort te zetten. Die strijd is gebaseerd op coregulatie. In het convenant zijn nieuwe tegen 2024 te halen reductiedoelstellingen vastgelegd, waaronder een maximumgebruik voor alle antibiotica en een maximum van 1 % alarmgebruikers. Dat betreft bedrijven met een heel hoog antibioticagebruik. Eveneens is er een reductiepad opgesteld per sector en/of categorie, waarop de sectoren zich kunnen baseren om na te gaan of ze op goede weg zijn om de eigen doelstellingen te halen. De stagnatie in de daling van het antibioticagebruik in 2020 in de dierlijke sector heeft voorlopig geen invloed op die doelstellingen. In het convenant 2021-2024 zijn als verbintenissen van de overheid de operationele doelstellingen van de dierlijke pijler van het nationaal One Healthactieplan tegen de antimicrobiële resistentie opgenomen. Belangrijke nieuwe elementen zijn reeds opgenomen en wachten op de validatie voor ontwikkeling of uitvoering. Het gaat bijvoorbeeld om de classificatie van bedrijven op basis van hun antibioticagebruik, de uitvoering van specifieke maatregelen bij bedrijven op basis van een sanitair bedrijfsplan en een plan van aanpak en maatregelen voor bedrijven die zich in de alarmzone bevinden. Dat nationale plan werd ter publieke raadpleging tot 10 juli 2021 voorgelegd.
03.04 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik denk dat transparantie ook hier de sleutel zal zijn om stappen vooruit te kunnen zetten. Daarbij zal de publicatie van de gegevens van het antibioticagebruik inderdaad een duw in de juiste richting kunnen geven. Ik denk dat we hierin nog behoorlijk moeten versnellen, als we de buurlanden willen evenaren en dat moet toch onze bedoeling zijn. De bacteriële resistentie, het gevaar van een overdreven antibioticagebruik, kan gevolgen hebben op heel veel vlakken van de menselijke gezondheidszorg. Ik denk dat we dat goed moeten monitoren en heel kort op de bal moeten spelen.