vervolgvraag over de wet van 24.03.1987 en het KB van 11.12.1987 tot oprichting van het Fonds voor de gezondheid en de productie van dieren - Schriftelijke vraag aan minister Clarinval

28 januari 2022: 

Mijnheer de minister,

Op 8 december 2021 stelde ik u een schriftelijke vraag over ‘de wet van 24.03.1987 en het KB tot oprichting van het Fonds voor de gezondheid en de productie van dieren’ (nr. 299) en ontving ik uw antwoord op 20 januari 2022, waarvoor dank. Echter kreeg ik geen specifieke antwoorden op bepaalde vragen of ontbraken cruciale nuances in uw reactie. Ik stel bijgevolg deze bijkomende vragen.

 Hoeveel afdragingen aan de Belgische Staat vonden plaats in uitvoering van de wet van 24.03.1987 en het KB van 11.12.87?
Welke specifieke stappen ondernam de Belgische Staat om de in uitvoering van de wet van 24.03.1987 en het KB van 11.12.87 ontvangen onverschuldigde betalingen terug te geven aan de partijen die ze hadden afgedragen?
Wie kreeg inmiddels terugbetalingen van onder de wet van 24.03.1987 en het KB van 11.12.1987 aan het fonds afgedragen onverschuldigde betalingen, wanneer en op basis van wat?
Welk bedrag bleef over van de afdragingen gedaan onder de wet 24.03.1987 en het KB van 11.12.1987 na uitgevoerde terugbetalingen.
Wat gebeurt met het restsaldo? Gaat de Belgische Staat alsnog een inspanning leveren om de rechtmatige begunstigden op te sporen en terug te betalen?

Met dank voor uw antwoorden,

Frieda Gijbels

11 april 2022: 

Mevrouw Gijbels,

In de periode 1988 – 1998 werd, in uitvoering van de wet van 24 maart 1987 en het koninklijk besluit van 11 december 1987, in totaal een bedrag van €96.513.524 gestort in het Fonds voor de rundersector, en een bedrag van €76.010.914 gestort in het Fonds voor de varkenssector. Een detail van de gestorte bedragen per jaar en per sector kan ter beschikking gesteld worden.

De Belgische Staat heeft in de periode tussen 1988-1998 geen specifieke stappen ondernomen om de afgedragen bedragen terug te geven aan de partijen, maar corrigeerde de wet van 1987 bij wet van 25 februari 1996, en ook nog later bij wet van 23 maart 1998.

Er zijn intussen uitbetalingen gebeurd aan slachthuizen, exporteurs en handelaars in runderen en varkens naar aanleiding van uitvoerbare titels en dossiers met niet-uitvoerbare titels, waarvoor dadingen werden afgesloten.

De eerste uitbetalingen gebeurden eind 2004 aan de deelsector van de kalvermesterij naar aanleiding van een definitieve uitspraak van het Hof van Beroep.

In 2005 werden in gelijkaardige dossiers uitbetalingen gedaan op basis van een beslissing van de Ministerraad van 9 juni 2005.

In de periode 2006-2008 werden dadingen afgesloten voor rechtsprocedures ingeleid vóór 1 januari 2002, op basis van een beslissing van de Ministerraad van 24 februari 2006.

Er zijn nooit terugbetalingen uitgevoerd vanuit het Sanitair Fonds. De terugbetalingen gebeurden vanuit de kredieten van de enveloppe, en meer bepaald vanuit een basisallocatie “Vergoedingen aan derden – Verantwoordelijkheid van de Staat”. De oorsprong ligt immers bij een fout (nl. het niet aanmelden door de Belgische overheid van de wet van 1987 aan de Europese Commissie) door de Belgische Staat, waarbij het Sanitair Fonds geen schuld treft. Het Sanitair Fonds bevat dus nog steeds alle ontvangsten verminderd met alle uitgaven in het kader van vergoedingsdossiers voor dierenziekten. Op 1 januari 2022 bedroeg de totale reserve in het Sanitair Fonds €50.137.698.

Er kan moeilijk gesproken worden van een restsaldo aangezien er nooit terugbetalingen uitgevoerd zijn in het kader van de ontvangen ‘onverschuldigde’ betalingen. De Belgische Staat zal enkel nog terugbetalingen uitvoeren indien er in een welbepaald dossier een definitief eindarrest wordt geveld, waarbij de Belgische Staat veroordeeld zou worden.

De Belgische Staat opteert om de reserves in het Sanitair Fonds te blijven aanwenden, met als doel bij te dragen in de bestrijding van de dierenziekten, en de bevordering van de kwaliteit van de dierlijke producten.