Kamerlid
Kruimelpad
Besmettingen op universiteitscampussen en nut afvalwaterscreening - Schriftelijke vraag aan minister Vandenbroucke
14 maart 2022:
Mijnheer de minister,
Uit het RAG rapport van Sciensano van 2 maart blijkt aan de hand van de surveillance op afvalwater dat zuiveringsinstallaties in studentensteden een alert vertoonden voor 1 indicator, namelijk Liège Sclessin, Basse-Wavre, Namur-Brumagne en Gent voor respectievelijk de universiteitscampussen van Luik, Louvain-La-Neuve, Namen en Gent.
Dit roept volgende vragen op:
Wat kan u vertellen over de besmettingen aan universiteitscampussen en studentensteden?
Gezien Sciensano aangeeft dat dit opgevolgd moet worden, acht u het interessant om in te zetten op een meer fijnmazige monitoring van afvalwater?
Met dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
Zodra het antwoord van de minister gekend is zal dit hier gepubliceerd worden.
Deze schriftelijke vraag werd omgezet naar een mondelinge vraag.
Antwoord schriftelijk ontvangen.
Het Geachte Lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen. Op basis van de resultaten van de afvalwatermonsters van donderdag 24 februari en de RAG waarnaar u verwijst, vertoonden de volgende gebieden, waar een universiteitscampus gevestigd is, een alert naar boven: Leuven, Namen-Brumagne en Basse-Wavre. Dat was ket het geval voor Gent en Luik Sclessin. Het is belangrijk om erop te wijzen dat de 5 genoemde gebieden, waar zich een universiteitscampus bevindt, niet volledig representatief zijn voor die campus, in die zin dat de studenten 10 à 20% uitmaken van de bevolking die in deze gebieden woont.
V1: Wat kan u vertellen over de besmettingen aan universiteitscampussen en studentensteden?
De toenemende circulatie werd eerst opgemerkt bij personen van 20-39 jaar, wat past in een context van heropening van het nachtleven en dan vooral in studentensteden. Meer specifiek werd dit vooral in Leuven opgepikt via de surveillance van het afvalwater, omdat studenten een groot percentage van de inwoners van Leuven uitmaken (veel meer dan in andere studentensteden). Ondertussen zien we echter een verschuiving naar ook meer circulatie bij de leeftijdsgroep van 40 tot 64 jaar (mogelijk de generatie ouders die besmet werden door hun kinderen/student, maar dat kan niet specifiek aangetoond worden). Dat wil dus zeggen dat we ons niet per se moeten focussen op de studentensteden, maar dat er algemeen een sterkere transmissie is (en andere leeftijdsgroepen zullen vermoedelijk ook volgen).
V2: Gezien Sciensano aangeeft dat dit opgevolgd moet worden, acht u het interessant om in te zetten op een meer fijnmazige monitoring van afvalwater?
Dat zou erop neerkomen om een bijkomend toezichthoudend systeem, naast het nationale toezicht, in te voeren dat zelf 45% van de Belgische bevolking vertegenwoordigt en zich focust op algemene alerts en tendensen naar boven, op hogere niveaus, t.t.z. op nationaal, gewestelijk en provinciaal niveau. Er bestaan reeds monitoringinitiatieven wat betreft afvalwater rond de campussen. De KULeuven heeft inderdaad een meer verfijnd monitoringproject wat betreft afvalwater rond de universiteitscampus van Leuven gevoerd. De SPGE (Société publique de gestion de l’eau, in Namen), had een proefproject lopen om de campus van Namen op een meer lokale manier te monitoren; wij hebben echter geen feedback over dit project gekregen. Bijgevolg hadden de professoren van Louvain-la-Neuve ons in die zin in 2020 gecontacteerd met het idee om een proefproject op te zetten voor een meer lokale opvolging van het coronavirus in de campus van Louvain-la-Neuve, maar dit project is er uiteindelijk niet gekomen. Het is echter belangrijk om te weten dat, zodra we naar een meer fijnmazige monitoring gaan, de logistiek van de afnames complexer wordt en de kosten aanzienlijk stijgen. De keuze voor fijnere te bestrijken gebieden is dus van essentieel belang.