Kamerlid
Kruimelpad
Kadaster zorgverstrekkers - Schriftelijke vraag aan minister Vandenbroucke
28 juni 2022:
Mijnheer de minister,
Recent kondigde u een New Deal aan voor de huisartsen. In deze wordt gewerkt met korte- en lange termijn doelstellingen. Een van de pijlers van dit plan is voldoende spreiding garanderen over gans het grondgebied. Dit is een problematiek die bij verschillende zorgverleners ter sprake komt.
Het bestaande kadaster blijkt onvoldoende informatie te bevatten over de spreiding van zorgverstrekkers en over de mate waarin ze nog beroepsactief zijn.
Philippe De Backer, voormalig staatssecretaris en verantwoordelijke van de ‘Taskforce Shortages’ in de covid crisis, haalt in zijn boek ‘En nu is het oorlog’ ook dit pijnpunt aan: “De lijsten met namen en adressen van elke beroepsgroep is de grootste bottleneck is het systeem. Niemand heeft een goed overzicht op wie actief is door de verdeling van bevoegdheden. De lijsten van actieve zorgverleners bestaan niet”. Daarom heeft men tijdens de covid crisis gekozen voor de RIZIV nummers, ook al zijn deze niet volledig. Iedereen die een erkenning heeft en woonachtig is in het land, mag de job uitoefenen.
In het meest recente PlanKad-rapport over de tandartsen op de arbeidsmarkt uit 2019 (https://overlegorganen.gezondheid.belgie.be/sites/default/files/document...) staat het volgende: “Het kadaster van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen, beheerd door de FOD Volksgezondheid, geeft een overzicht van alle personen die één van die beroepen mogen uitoefenen in België, en van de aan hen toegekende erkenningen, visa, specialismen…. Dat kadaster maakt het echter niet mogelijk om te bepalen welke personen het beroep effectief uitoefenen en, desgevallend, op welke plaats en in welke mate ze actief zijn.”
Ook wanneer er conventies worden afgesloten tussen zorgverstrekkers en ziekenfondsen, is er vaak discussie over de mate waarin niet-actieve zorgverstrekkers meegerekend worden in het aantal geconventioneerden. Wanneer er een exact zicht zou bestaan op het aantal actieve zorgverstrekkers, zou dergelijke discussie zonder voorwerp moeten zijn.
Daarom de volgende vragen:
Welke registers bestaan er allemaal om de activiteit van zorgverstrekkers in kaart te brengen?
Hebben we een zicht op de geografische spreiding van het aantal actieve zorgverstrekkers en het aantal VTE dat ze actief zijn op elke plaats dat ze werkzaam zijn? Via welk register?
Op welke manier zou u willen zorgen voor een betere spreiding van zorgverstrekkers? Kan u aangeven voor welke geografische gebieden er tekorten zijn en overschotten voor de verschillende zorgverstrekkers? Welke richtlijnen worden hierbij gehanteerd?
Op welke manier hebben we zicht op zorgverstrekkers die met pensioen gaan of stoppen met hun werkzaamheden? Hoe snel hebben we daar zicht op? Kan het kloppen dat soms niet-actieve zorgverstrekkers terechtkomen in de groep van geconventioneerde zorgverstrekkers bij de telling?
Hebben we een exact zicht op het aantal uren of dagen dat zorgverstrekkers presteren?
Zijn er lessen getrokken uit het gebrek aan een dynamisch en nauwkeurig kadaster tijdens de covid crisis? Welke en welk gevolg geeft u hieraan?
Met dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
28 september 2022:
1. Er bestaat vandaag een register dat de activiteit van zorgverleners in kaart brengt in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). De activiteitsgraad van deze zorgverleners wordt hoofdzakelijk berekend aan de hand van de prestaties aangerekend aan de verplichte ziekteverzekering. Aangezien de laatste maatregelen van de wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering werden ingevoerd op 1 juli 2022, zou het register van praktijken operationeel moeten zijn tegen dit jaareinde zodat de gezondheidsadministraties over informatie over de activiteit van het geheel van erkende gezondheidszorgbeoefenaars kunnen beschikken. - Vanaf juli 2022: een beperkt testpubliek zal toegang hebben tot het register, maar niet alle functionaliteiten zullen beschikbaar zijn. - Eind 2022: alle zorgverleners zullen toegang krijgen tot het portaal, maar nog niet alle functionaliteiten zullen beschikbaar zijn. De focus in deze fase ligt op het actualiseren van de contactgegevens van alle zorgverleners. - In 2023: alle functionaliteiten van het praktijkregister zullen beschikbaar zijn in het portaal. Uiteraard stopt na deze laatste fase de ontwikkeling niet. We zullen het portaal constant verbeteren en uitbreiden met extra functionaliteiten. 2. De wet inzake kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg (22 april 2019) voorziet in de oprichting van het register van praktijken aan de hand waarvan zal kunnen worden bepaald welke gezondheidszorgbeoefenaars actief zijn, zowel binnen als buiten de ziekte- en invaliditeitsverzekeringssector, hun praktijk(en) en hun plaats(en) van verstrekking. Dit grootschalige project is volop in uitvoering en is het resultaat van een samenwerking tussen het RIZIV en de FOD Volksgezondheid. De uitwerking ervan incorporeert het only once-principe en moet dus meervoudige informatiebronnen coördineren, zoals die van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ). Een eerste versie zou klaar moeten zijn tegen het einde van 2023 en zal ook de contactgegevens in geval van een crisis opnemen. 3. Dit werk wordt uitgevoerd door de Planningscommissie en zorgt voor een overzicht van de spreiding van de activiteit op het grondgebied voor de gezondheidsberoepen. Die informatie wordt gedetailleerd per gemeenschap, provincie, gewest, agglomeratie en gemeente als dit relevant is. Vandaag is er een belangrijke discrepantie tussen de jaren waarvoor die gegevens beschikbaar zijn en hun publicatie. Maar de oprichting van het register van praktijken zou die discrepantie aanzienlijk moeten indijken. De werkzaamheden van de Planningscommissie stemmen het aanbod af op de vraag via een mathematisch model voor de workforce. De dichtheden van actieve zorgverleners zijn hiervan het resultaat en zijn raadpleegbaar in de vorm van kaarten in de rapporten van de Planningscommissie die beschikbaar zijn op de website van de FOD Volksgezondheid. Wat de te nemen maatregelen betreft, zijn er meerdere machtniveaus betrokken. Het toekomstige interfederaal planningsorgaan wordt de plek waar de acties kunnen worden gebundeld om de gevoelige zones te verbeteren. Daarnaast, wens ik erop te wijzen dat de installatiepremies, een voormalige bevoegdheid van het RIZIV, sinds de zesde staatshervorming een regionale bevoegdheid zijn. 4. Voor alle gezondheidszorgbeoefenaars kan de stopzetting van de activiteit worden geïdentificeerd via de Kruispuntbank voor de arbeidsmarkt: werknemersstatuut, zelfstandigenstatuut, pensioenstatuut, statuut meewerkende, einde contract of vertrek naar een niet-gezondheidszorgsector, inactiviteitsstatuut in België, enz. Die gegevens zijn 30 maanden later beschikbaar, wegens de consolidatiewerkzaamheden tussen de diverse bronnen en de pseudonimisering van de gegevens om de Algemene verordening gegevensbescherming reglementering na te leven. Voor actieve zorgverleners in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering kan de opvolging van de verstrekkingen bovendien een indicatie geven van hun activiteit. Niet-actieve zorgverleners in België (zonder beroepsstatuut van werknemer of zelfstandige en/of onder de activiteitsdrempel voor RIZIV-prestaties) worden als niet-actief geïdentificeerd en worden niet in aanmerking genomen voor de Belgische workforce in de werkzaamheden van de Planningscommissie. Dankzij het register van praktijken zullen die termijnen aanzienlijk verminderen, naargelang de regels voor de bijwerking van de gegevens. De methode van de telling houdt rekening met specifieke regels vastgelegd per beroepsgroep. Sowieso wordt steeds enkel rekening gehouden met zorgverleners met een actief RIZIV-nummer. Zorgverleners met een gedeactiveerd RIZIV-nummer (ingevolge overlijden, schorsing, door de zorgverlener meegedeelde stopzetting van de activiteit, enz.) komen niet in de telling voor. Voor de sector van de kinesitherapie en de logopedie, waarvoor recent een telling is gebeurd, voorzien specifieke regels opgenomen in de overeenkomsttekst dat de telling rekening houdt met zorgverleners met een verstrekkersprofiel voor het jaar 2020, verhoogd met het aantal in 2021 bij het RIZIV ingeschreven zorgverleners. 5. Alles hangt af van hun beroepsstatuut, als ze werknemer zijn, beschikken we over de precieze arbeidstijd in voltijdsequivalenten, via de RSZ en hun arbeidsovereenkomst Als de beroepsbeoefenaar een gecombineerd of zelfstandigenstatuut heeft, gebruiken we als proxy het aantal verstrekkingen en het door het RIZIV terugbetaalde bedrag om hun activiteitsvolume te bepalen. Het aanbod loontrekkenden en zelfstandigen varieert sterkt naargelang het beroep. Zo zijn de artsen met meer dan 90% zelfstandigen, terwijl bij de verpleegkundigen 85% loontrekkend is. 6. Tijdens de Covidcrisis heeft mijn administratie inderdaad een beroep gedaan op koppelingen tussen het kadaster van beroepsbeoefenaars die hun beroep mogen uitoefenen, het RIZIV en gegevens van de RSZ en RSVZ (situatie + drie maanden). Daarom zal het register van praktijken niet alleen gegevens bevatten over de uitoefening van het beroep, het soort praktijk en de plaats waar deze wordt uitgeoefend, maar ook de contactgegevens in geval van een crisis, zodat niet alleen de beroepsbeoefenaren die in de betrokken sector actief zijn, kunnen worden gemobiliseerd, maar ook degenen die inactief zijn en eventueel steun zouden kunnen verlenen.