Kamerlid
Kruimelpad
Ziekenhuizen - uitstel zorg - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 31 januari 2023:
10.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, een aantal virussen heeft een tijdje geleden gelijktijdig gecirculeerd. Dat gebeurt ook nu nog, namelijk met RSV, influenza en COVID-19. Het is dus erg druk voor de eerstelijnszorg maar ook in de ziekenhuizen. Sommige ziekenhuizen hebben aangegeven dat zij niet-dringende zorg hebben moeten uitstellen. Nochtans zou het aantal gesloten bedden vrij stabiel zijn.
De heer Van der Auwera geeft aan dat een fijnmazig planningssysteem per ziekenhuis nodig zou zijn om de ziekenhuisbezetting te kunnen optimaliseren.
Wat zijn de redenen voor het uitstel van zorg? Bestaat daarvan een gedetailleerd beeld per ziekenhuis? Is er een zicht op het aantal gesloten bedden per afdeling? Waar liggen de knelpunten vooral?
Op welke manier wordt het aantal beschikbare bedden gemonitord? Gebeurt dat op dezelfde manier als tijdens de covidcrisis, dus via het HTSC?
Gaat het vooral over het uitstellen van niet-dringende zorg of komt ook dringende zorg in het gedrang? Op welke manier wordt dat opgevolgd? Hoeveel zorg moest worden uitgesteld? Op welke manier wordt dat opgevolgd?
Er werd begin december 2022 ook oversterfte gerapporteerd. Waaraan is die te wijten? Hoe snel kennen wij de oorzaak van sterfgevallen? Dielaatste vraag heb ik eerder al gesteld en ze is ook beantwoord.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Op welke manier werd er voorzien in opschaalcapaciteit in de ziekenhuizen? Staat dat ondertussen op punt? Heeft dat zijn nut al bewezen?
10.02 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, uitstel van zorg is op zich natuurlijk geen nieuw gegeven. Toen ik de presentatie van de hervorming van het dagziekenhuis in Gasthuisberg in Leuven bijwoonde, heeft de CEO van Gasthuisberg dat ook goed uitgelegd. Ook voor de covidpandemie werd er regelmatig zorg uitgesteld. Tijdens de eerste golven van de covidpandemie was er natuurlijk een gestructureerd, opgelegd uitstel van zorg, wat iets heel anders was dan wat wij in de jaren voordien hadden meegemaakt. Vandaag zitten wij in een situatie waarin elk ziekenhuis zichzelf opnieuw reguleert, hoewel ik van mening ben dat wij waakzaam moeten blijven. Dat is ook wat het HTSC dagelijks opvolgt.
De redenen voor de uitstel van zorg verschillen van ziekenhuis tot ziekenhuis. Het kan zijn dat de agenda van een specialist dient te worden gewijzigd, omdat hij of zij al dan niet door eigen ziekte of afwezigheid moet overgaan tot die wijziging. Het kan gaan om technische en/of logistieke problemen in het ziekenhuis, bijvoorbeeld een panne van een toestel. Het kan gaan om personeelstekort in het ziekenhuis wegens ziekte, verlof of gewoon omdat het personeelsbestand niet ingevuld raakt. Het kan gaan om een te grote instroom van andere aandoeningen, waardoor er een tijdelijk gebrek is aan beschikbare zorgcapaciteit.
Ik heb in de huidige situatie, waarin er opnieuw een regulier eigen beheer is binnen de ziekenhuizen, geen gedetailleerd zicht op welke oorzaak in welk ziekenhuis al dan niet voor uitstel van zorg zorgt.
Hoe wordt dit gemonitord? Wel, tijdens de covidpandemie heeft het HTSC het mandaat gekregen om deze pandemie op te volgen. De gesloten bedden worden als globaal cijfer per ziekenhuis en als specifiek cijfer inzake ICU opgevolgd sinds november 2021. De piek in gesloten bedden werd gehaald in december 2021 voor het beddenhuis, met in totaal 3.961 gesloten bedden, en voor de ICU tijdens de zomervakantie van augustus 2022, met 228 gesloten bedden. Sinds de zomer van vorig jaar vertoont het aantal gesloten bedden een traag dalende tendens. Vandaag tellen wij 2.585 gesloten bedden in het ziekenhuis en 157 gesloten ICU-bedden.
Een belangrijk gegeven is echter dat de pieken waarmee de ziekenhuizen vandaag geconfronteerd worden, onder meer door bronchiolitis en griep, eigenlijk buiten het mandaat van het HTSC vallen en dus buiten de covidcijfers die wij opvolgen met het HTSC. Nochtans heeft het HTSC de ziekenhuizen gevraagd om de beschikbare beddencapaciteit tijdelijk gedetailleerder weer te geven, dit door specifiek de beschikbaarheid van bedden voor geriatrie en voor interne geneeskunde te registreren. Wij hopen dat wij daardoor een beter zicht krijgen op de huidige situatie en die ook beter kunnen aansturen.
Gaat het dan vooral over uitstel van niet-dringende zorg of komt ook de dringende zorg in het gedrang, vroeg u. Ik meen dat het vandaag gaat om niet-dringende, planbare zorg. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat die niet ernstig is. Het kan om medisch belangrijke zorg gaan. Dat is ook de reden waarom het HTSC de ziekenhuizen gevraagd heeft om uitstel van niet-dringende, planbare maar medisch belangrijke zorg telkens te melden aan de federale gezondheidsinspectie, zodat deze samen met de ziekenhuizen naar oplossingen kan zoeken.
Om hoeveel zorg gaat het en hoe wordt dat opgevolgd? Wel, nog eens, elk ziekenhuis beheert vandaag opnieuw zijn eigen zorgaanbod. Het is het team Audit Ziekenhuizen dat voor de inschatting van de opgelopen uitgestelde zorg de analyse blijft maken.
Hoe voorziet men in opschaalcapaciteit? Wel, volgens het Surge Capacity Plan van het HTSC. Dit plan is in de afgelopen drie jaar meerdere malen in uitvoering gebracht. Het werd op basis van evaluaties ook meermaals bijgestuurd. Ik meen dat dit plan nu op punt staat, maar het is natuurlijk iets wat nooit definitief klaar is. Ik meen dat bij elke uitrol opnieuw geëvalueerd moet worden waar er verbetering mogelijk is.
Ik kom vervolgens bij de oversterfte. Sciensano volgt binnen het project Belgian Mortality Monitoring de oversterfte op. Sciensano heeft minstens drie maanden nodig om de benodigde gegevens uit de overlijdensaktes te kunnen verzamelen en tot analyses en conclusies te kunnen komen. De monitoring via Be-MOMO meldt geen significante oversterfte begin december 2022. Voor woensdag 7 december, week 49, en donderdag 15 december, week 50, wordt er slechts één signalering gemeld. Een aantal risicofactoren kan van invloed zijn op de oversterfte. Ten eerste, de minimumtemperaturen in Ukkel daalden van 8 tot 18 december gedurende ongeveer tien dagen onder de 0°C. Ten tweede, de gemiddelde concentraties van fijnstofdeeltjes over 24 uur overschreed de Europese informatiedrempel van15 december tot en met 18 december. Ten derde, infecties van de luchtwegen namen snel toe vanaf half november voor RSV, vanaf 5 december voor COVID-19 en vanaf 12 december voor influenza.
Voor de informatie over doodsoorzaken uit de overlijdensaktes lopen we helaas twee tot drie jaar achter.
10.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, uitstel van zorg is niet nieuw, zegt u. Dat is ook zo, maar vandaag ligt dat extra gevoelig, zeker omdat er nog zorg moeten worden ingehaald uit de coronaperiode. Het probleem moet wel in kaart worden gebracht, zodat tijdig kan worden gezien of er een structureel probleem is. Daar zijn we het wel over eens.
Ik mis toch nog wat fijnmazigheid. Voor de opschalingsplannen verwijst u naar het HTSC-plan, maar daar gaat het eerder om een afschalingsplan dat bepaalt welke zorg wanneer moet worden uitgesteld. Ik wil echter weten hoe we de zorg kunnen verzekeren, ook als er een bepaald probleem is. Hoe kunnen we de reguliere zorg, gepland of niet-gepland, zoveel mogelijk verzekeren?
Beddencapaciteit is niet alles, de personeelsproblematiek is vandaag veel belangrijker. Ik hoop dat die mee in rekening wordt gebracht wanneer er naar de capaciteit in de ziekenhuizen gekeken wordt.
Omtrent de oversterfte krijg ik toch heel tegenstrijdige signalen. U zegt dat er in december geen probleem was, maar in het laatste rapport van Sciensano wordt er gezegd dat er een opmerkelijk hoge oversterftepiek was in december. Ik weet dus nooit wie ik moet geloven. Ik ben naar de grafieken aan het turen maar weet niet wat er van aan is.
Ik hoop dat daarover toch eens duidelijkheid wordt verschaft. Ook het feit dat we pas na zo’n lange tijd weten welke oorzaken aan de basis van de sterftecijfers liggen, zou moeten worden aangepakt. Dat zou veel sneller moeten gaan, zodat er ingegrepen kan worden als er bijzonderheden te melden zijn.