Kamerlid
Kruimelpad
De nomenclatuur voor infectiologen - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 28 februari 2023:
18.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, we zijn ons er vandaag meer dan ooit van bewust dat infectiologen en microbiologen van grote waarde zijn voor de preventie en behandeling van infectieziekten zoals ebola, SARS-CoV-2, mpox en ziekenhuisinfecties. Er is een erkenning voor klinische infectiologen en microbiologen sinds mei 2020. Er zijn ook interuniversitaire opleidingen gestart en stageplaatsen geopend.
Microbiologen worden via de nomenclatuur van de klinische biologie behoorlijk vergoed. Infectiologen daarentegen worden na hun opleiding tot arts, die zes jaar duurt, internist, die vijf jaar duurt, en een bijkomende opleiding niveau 3 in de infectiologie nog altijd niet gehonoreerd. Er is een extra toelage met nomenclatuur 106536 die infectiologen zouden mogen aanrekenen voor een consultatie. Al twee jaar lang is daar echter geen budget voor voorzien, waardoor de belofte van de toelage dode letter lijkt te blijven.
Hoeveel erkende infectiologen zijn er heden in België? Hoeveel hebt u er nodig in de toekomst? Kan u dit opsplitsen voor de verschillende regio's?
Was het de bedoeling om budget te voorzien voor 106536 of niet? Hoe komt het dat dit niet werd uitgevoerd? Wat is de planning?
18.02 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, er zijn momenteel 110 artsen in België houder van de bijzondere beroepstitel in de klinische infectiologie, 36 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 29 in Wallonië en 45 in het Vlaams Gewest. Of die 110 voldoende zijn, zal in de toekomst moeten blijken. Die beroepstitel is immers heel recent ingevoerd. Er zullen dus nog evaluaties moeten volgen.
Het klopt inderdaad dat er al een nomenclatuurcode voorzien is voor een toeslag voor de raadpleging in de spreekkamer van een arts houder van de bijzondere beroepstitel in de klinische infectiologie. Er is tot op heden echter nog geen honorarium aan gekoppeld. De Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen besliste in de vergadering van 12 december vorig jaar om daar overeenkomstig het nationaal akkoord zodra mogelijk de nodige prioriteit aan te verlenen, op basis van een voorstel van het RIZIV. Een budget is daarvoor ondertussen ook vrijgemaakt. Dat kan dus worden aangewend in de loop van 2023. Er lopen nu besprekingen en berekeningen binnen de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen om uit te maken hoe we dat budget zullen besteden. Hopelijk zal ik daar spoedig meer informatie over hebben.
18.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, het is goed nieuws voor de infectiologen dat het budget er is en dat het enkel nog moet worden ingezet. Deze mensen hebben uiteraard een belangrijke specialisatie en expertise. We hebben dat heel goed ervaren tijdens de voorbije pandemie. Ook in het kader van antimicrobiële resistentie zijn dat echter mensen die we echt moeten waarderen en die we voldoende moeten kunnen inzetten om hun expertise te laten renderen.
In het actieplan antimicrobiële resistentie 2020-2024 werd trouwens ook opgenomen om hun adviesdiensten op een juiste manier te vergoeden. Ik kijk er dus naar uit.