Kamerlid
Kruimelpad
De afname en behandeling van transfusiebloed door basisverpleegkundigen - De uitvoering van verpleegtechnische handelingen door een basisverpleegkundige - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 4 oktober 2023
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de voorzitter, ik had inderdaad twee vragen ingediend over de basisverpleegkundigen. Ik zal proberen ze te bundelen.
Mijnheer de minister, de studenten die dit academiejaar begonnen zijn aan de opleiding tot basisverpleegkundige zullen vanaf 2026 afstuderen. Dat brengt ook een verschuiving van het takenpakket met zich mee. De Federale Raad voor Verpleegkunde en de Technische Commissie voor Verpleegkunde zouden een advies uitbrengen over dat nieuwe takenpakket. Op de werkvloer heerst nogal wat onduidelijkheid over de handelingen die een basisverpleegkundige zal kunnen stellen.
Klopt het dat bepaalde handelingen die nu worden opgenomen door HBO5-verpleegkundigen worden geschrapt voor de basisverpleegkundigen? Welke impact zal dat hebben op de werkvloer? Is dat besproken met het werkveld? Met wie is dat besproken? Wat is de reactie van het werkveld? Welk advies inzake de verpleegtechnische handelingen door de bassiverpleegkundige werd door de Federale Raad voor Verpleegkunde en de Technische Commissie voor Verpleegkunde afgeleverd? Verwacht u een lagere instroom voor de opleiding basisverpleegkunde? Is daar zicht op? Kunt u dat toelichten? Wanneer wordt het koninklijk besluit dat de technische handelingen omschrijft uitgevaardigd?
Mijnheer de minister, ik heb nog een meer specifieke vraag. Ze gaat over de mogelijkheid of de bekwaamheid die eventueel zou worden weggenomen bij de basisverpleegkundige om transfusiebloed af te nemen en te behandelen. Het Rode Kruis was daarover nogal ongerust. Het is namelijk bang dat er desgevallend niet genoeg verpleegkundigen ter beschikking zullen zijn om bij bloedcollectes bloed af te nemen. Klopt het dat basisverpleegkundigen geen bloed meer zullen mogen afnemen bij bloedcollectes? Is er daarover overlegd met de bloedtransfusiecentra? Werd daarvan een impactanalyse of een inschatting gemaakt? Op welke manier wilt u deze problematiek oplossen, die er volgens mij is als het klopt dat de basisverpleegkundigen dat niet meer kunnen doen?
Minister Frank Vandenbroucke:
Ik begin met een aantal zaken die bekend zijn. De basisverpleegkundige is een nieuwe functie in de verpleegkunde. Het is vanzelfsprekend dat bij een nieuwe functie ook een profiel hoort dat enigszins verschilt van wat wij nu verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg noemen. Het koninklijk besluit ligt momenteel voor ter publicatie in het Belgisch Staatsblad. Na publicatie komt er formeel de nodige duidelijkheid. Toen het profiel van basisverpleegkundige werd uitgewerkt, hebben wij erover gewaakt dat die persoon breed inzetbaar zou zijn en dat in de minder complexe situaties de basisverpleegkundige in volle autonomie zou kunnen werken.
Ook de handelingen die nodig zijn om vlot aan de slag te kunnen gaan in onder meer de thuiszorg, de woonzorgcentra en de algemene diensten van de ziekenhuizen, moet hij of zij kunnen stellen. In meer complexe situaties kan ook samenwerking gebeuren met de arts. Op dat moment is er wel een andere organisatie van de zorg nodig. Er is het profiel en er is de lijst met handelingen.
De lijst met handelingen is opgemaakt vertrekkende van het advies van de Technische Commissie voor Verpleegkunde van 12 januari 2023. De grondslag van dat advies was een eerdere bevraging in de brede sector die dateert van 2018 en discussies binnen de werkgroep van de Technische Commissie voor Verpleegkunde waarin ook inbreng was van specialisten in deze materie. Die lijst werd vervolgens verder aangepast met inbreng van experts, waarbij als uitgangspunt werd genomen dat men de kwaliteit van de zorg natuurlijk moet kunnen garanderen, maar dat men het ook haalbaar moet maken op het terrein. Het ontwerp van besluit werd besproken met het werkveld en ook met de gemeenschappen. Het ontwerp van besluit werd ook publiek gemaakt, met het oog op de evenredigheidsbeoordeling. Dit heeft tot allerlei reacties geleid, met meningen die natuurlijk nogal uiteenlopend waren.
De gemeenschappen kunnen nu aan de slag met de herinrichting van de brugopleidingen opdat de overstap van een basisverpleegkundige naar de functie verpleegkundige, verantwoordelijk voor algemene zorg, een haalbare kaart zou zijn, voor wie dit wenst. Bovendien is er een veel bredere en meer fundamentele hervorming van het verpleegkundig beroep in de steigers gezet. Die bredere hervorming moet ons helpen meer kandidaten aan te trekken voor het beroep van verpleegkundige, verantwoordelijk voor algemene zorg. Wij maken in dit verband werk van een kader voor de verwerving van bijkomende bevoegdheden via het concept ‘gestructureerd zorgteam’. In een gestructureerd zorgteam zou eigenlijk een grote, maar goed georganiseerde flexibiliteit mogelijk moeten zijn, wat de delegatie van de taken betreft. Maar natuurlijk moeten er absolute garanties zijn voor de kwaliteit.
U weet dat voor de huidige mensen met een diploma HBO5, of de mensen die nu aan het afstuderen zijn, er niets verandert. Dat is wel een eerste belangrijk gegeven, ook voor de Rode Kruiscentra. Het is voor de toekomstige basisverpleegkundigen, diegenen die nu aan hun studie begonnen zijn en die vanaf juni 2026 zullen afstuderen, dat er iets verandert.
De huidige HBO5-verpleegkundigen blijven verpleegkunde uitoefenen zoals voorheen en hebben verworven rechten. Dan kom ik op de problematiek die aangekaart wordt door het Rode Kruis. De beslissing omtrent transfusiebloed werd genomen op basis van het advies van de Technische Commissie voor Verpleegkunde, waar de lijst werd vastgelegd op basis van het competentieprofiel.
In transfusiecentra praten we niet alleen over bloedafname, maar ook over de behandeling van transfusiebloed en bloedderivaten. De steeds stijgende kwaliteitsnormen en technische ontwikkelingen in de transfusiecentra vereisen voor de verdere verwerking en behandeling een meer theoretische basis en competentie dan de opleiding van de basisverpleegkundige in de toekomst zal inhouden. Het blijven voldoen aan de uitgebreide eigen wetgeving en steeds meer doorgedreven kwaliteitseisen in een procedure, vereist in de toekomst uitgediepte competenties. Daarom werd deze handeling voorbehouden aan verpleegkundigen verantwoordelijk voor algemene zorg. Die zijn opgeleid op een manier die hen in staat stelt om dit soort van kwaliteitsniveau te bereiken. Ik wil nogmaals beklemtonen dat de bloedafname onmiddellijk door specifieke behandelingen wordt gevolgd, die bijkomende competenties vragen. Men kan dat niet zo gemakkelijk van elkaar onderscheiden.
Ik ga nu toch de adviesorganen voor verpleegkunde opnieuw bevragen om te onderzoeken of de transfusiebloedafname van de behandeling van transfusiebloed en van bloedderivaten kan worden gescheiden. Daarnaast bekijken we of de afname van transfusiebloed in het verhaal van de gestructureerde equipe kan worden meegenomen. Dat moet het mogelijk maken om bijkomende competenties in een gestructureerde equipe te verwerven, waardoor men in een equipe meer kansen krijgt om ook de toekomstige basisverpleegkundigen dit werk te laten doen.
Voor alle duidelijkheid, het concept ‘gestructureerde equipe’ moet ik nog in de wet laten inschrijven. Ik reken op uw medewerking daarvoor als dat hier zal voorliggen. Wat dat in de praktijk betekent voor een bloeddonatiecentrum van het Rode Kruis, moeten we nog bekijken. Dat wordt ook verder met het Rode Kruis besproken.
Cijfers over de instroom moet u vragen aan de ministers van Onderwijs. Ik hoop natuurlijk dat ondanks bezorgdheden die ontstaan zijn – en die ik begrijp – omtrent de HBO5-opleidingen, er een nieuwe dynamiek ontstaat, want wij zijn die mooie opleidingen een mooie toekomst aan het geven.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik sta volledig achter het principe van de leerladder. Nu heerst echter vooral de indruk dat het beroep van verpleegkundige, in het geval van de basisverpleegkundige, wat wordt uitgekleed. Wij moeten erover waken dat het een voldoende aantrekkelijk beroep blijft, dat er voldoende uitdagingen te vinden zijn. Ik mis in uw antwoord – maar ik denk dat ik er al eerder naar gevraagd heb – iets over die impactanalyse.
Wat is de impact als er binnenkort verpleegkundigen zijn die een ander soort opleiding hebben en die inderdaad ook minder taken kunnen uitvoeren? Welke invloed heeft dat? Welke impact heeft dat op de werkvloer? Ik vind het essentieel bij zo'n grote hervorming dat men ook onderzoekt welke impact dat uiteindelijk op het terrein zal hebben. Ik vind dat, ook in het kader van de veiligheid van de zorg en de volksgezondheid, bijzonder belangrijk. Het Rode Kruis reageerde inderdaad hevig toen het ontdekte dat er geen mogelijkheid meer zou zijn voor de basisverpleegkundigen om bloed af te nemen en te behandelen. Het rekent natuurlijk op de aanwezigheid van die HBO5-verpleegkundigen en op de bijstand die ze leveren om die bloedvoorraad op peil te krijgen.
Wij hebben nu al problemen met de bloedvoorraad van sommige bloedgroepen. Wij mogen echt geen bijkomende problemen creëren. Het Rode Kruis is een van de specialisten op het vlak van bloedcollectes en het heeft, volgens mij, nooit problemen gehad met de HBO5-verpleegkundigen. Het ziet ook geen problemen als basisverpleegkundigen in de toekomst die basishandelingen zouden doen.
Ik vind het goed dat u de adviesorganen van de verpleegkundigen opnieuw zult bevragen, maar ik wil u vragen om daar ook het Rode Kruis bij te betrekken. Zo kunnen zij advies geven met betrekking tot die nieuwe technieken. Ik ben benieuwd naar de nieuwe, gestructureerde equipes en ik ben alleszins een groot voorstander van het principe 'leren op de werkvloer'.
Het incident is gesloten.