Kamerlid
Kruimelpad
De Internationale Gezondheidsregeling (IGR) en het pandemieverdrag van de WGO - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 4 juli 2023
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, de Wereldgezondheidsorganisatie werkt aan een update van de International Health Regulations (IHR) en aan een pandemieverdrag, dat, zo antwoordde u op eerdere vragen van mij hierover, bindende elementen zou bevatten.
Kunt u toelichten hoe ver het ondertussen staat met de update van de IHR? Welke inbreng heeft België gehad bij het opstellen van de update? Wat is de inhoud van de eventuele aanpassingen en wat is de impact van de vernieuwde IHR op de lidstaten? Welke reikwijdte hebben dergelijke IHR? In hoeverre raken ze aan de soevereiniteit van de lidstaten?
Wat het pandemieverdrag betreft, kunt u de stand van zaken in het pandemieverdrag geven?
Welke inbreng heeft België hierin gehad? Heeft België amendementen ingediend en zo ja van welke strekking?
Welke bepalingen zijn bindend?
Wat is de draagwijdte van dergelijk pandemieverdrag?
Is er impact mogelijk van een dergelijk verdrag op nationale crisisplannen of nationale of regionale regelgeving en zo ja welke?
…
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Sneppe, de Belgische delegatie op de World Health Assembly bestond uit leden van de permanente vertegenwoordiging van België bij de Verenigde Naties (VN) in Genève, de Dienst Internationale Betrekkingen van de FOD Volksgezondheid, de Algemene Afvaardiging Wallonie-Bruxelles bij de VN in Genève en het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken Vlaanderen.
U vroeg naar de rol van België in de onderhandelingen. Voor de beide processen neemt België, net als andere lidstaten, deel aan EU-coördinatievergaderingen waar tot een EU-standpunt wordt gekomen. Dat standpunt wordt volgens de afgesproken praktische richtlijnen verdedigd. De Europese Commissie voert het woord over EU-bevoegdheden en het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie voert het woord voor de nationale bevoegdheden. Voor de gemengde bevoegdheden wordt afgesproken of de Europese Commissie dan wel het voorzitterschap het woord voert, afhankelijk van het zwaartepunt van de betrokken gemengde bevoegdheden.
Ik ben graag bereid om in deze commissie een debat te organiseren over het ontwerpverdrag als de Kamer dat wenst.
U had een vraag over de kostprijs van het pandemieverdrag, de internationale gezondheidsrichtlijnen en de jaarlijkse financiële bijdrage aan de WHO. Vermits de onderhandelingen nog volop bezig zijn, is het op dit moment niet mogelijk de geschatte kost te berekenen. Er is ook nog geen enkel akkoord over bijkomende financiering. Ik kan u bijgevolg niet vertellen wat niet geweten is en stel mij vragen bij de betrouwbaarheid van de cijfers die u aanhaalt.
Wat betreft de Belgische bijdrage kan ik u vertellen dat België 26.790.000 euro heeft bijgedragen in het huidige biënnium 2022-2023. Dat bedrag bestaat uit een kleine 8 miljoen verplichte bijdrage en ongeveer 19 miljoen vrijwillige bijdrage. Op de World Health Assembly van 2022 hebben lidstaten zich akkoord verklaard met een geleidelijke verhoging van de verplichte bijdrage, zodat de verplichte bijdrage 50 % uitmaakt van het basisbudget van de WHO tegen ten laatste 2030-2031. Om deze redenen zullen de verplichte bijdragen van België voor het biënnium 2024-2025 stijgen tot ongeveer 9,4 miljoen.
Wat betreft uw vraag over de WHO meer macht geven, verwijs ik even naar de preambule en artikelen 1 en 2 van de WHO-constitutie, die duidelijk stelt dat de WHO lidstaten adviseert, maar dat de WHO zelf geen maatregelen kan opleggen. De tekst stelt ook dat landen zelf verantwoordelijk blijven voor hun gezondheidsbeleid. De totstandkoming van het verdrag zal daar niks aan veranderen.
U haalt een aantal vermeende zaken aan die zouden worden opgenomen in het pandemieverdrag en de IGR, maar die kloppen niet. De laatste teksten van zowel het pandemieverdrag als de IGR-amendementen zijn online na te lezen op de officiële website van de WHO. Ik verwijs daarnaar.
Dan kom ik bij uw vraag over de Noord-Koreaanse expert die aangeduid werd voor de Executive Board. De personen die worden aangewezen om in de Executive Board te zetelen, moeten de nodige technische kwalificaties hebben in het gezondheidsdomein. De WHO-constitutie schrijft in artikel 28 de functies van de Executive Board voor. Daartoe behoren onder andere de uitvoering van beslissingen en beleidslijnen van de WHA, advies verlenen aan de WHA en het nemen van noodmaatregelen binnen de functies en financiële mogelijkheden van de WHO. De expert die werd aangewezen door Noord-Korea zal deze taak samen met 33 andere experts uitvoeren.
Mevrouw Gijbels, dan kom ik bij uw vragen. Wat betreft het pandemieverdrag, de laatste onderhandelingstekst voor het pandemieverdrag werd op 22 mei gepubliceerd. Deze werd vorige maand voor een eerste keer besproken tijdens de vijfde Intergovernemental Negotiating Body meeting. De volgende bespreking, INB 6, zal plaatsvinden van 18 tot 22 juli.
Of bepaalde artikelen al dan niet bindend zijn, zal afhangen van, ten eerste, de collectieve wens van de lidstaten van de WHO en, ten tweede, de juridische basis van het verdrag in de WHO-constitutie. Deze basis moet nog worden vastgesteld door de lidstaten. Als het verdrag wordt aangenomen onder artikel 19 van de WHO-grondwet, moet een land dit verdrag eerst ratificeren voor het van kracht kan worden voor dit land. Het gaat dus eigenlijk over een opt-in. Als het instrument onder artikel 21 wordt aangenomen, wordt het meteen van kracht voor alle WHO-lidstaten, tenzij een land expliciet aangeeft hiermee niet akkoord te gaan. Dan hebben we een opt-out.
De Internationale Gezondheidsregeling werd in 2005 aangenomen op basis van artikel 21 van de WHO-grondwet. Onderhandelingen omtrent de herziening van de IGR zijn nog steeds lopende.
De World Health Assembly zal volgend jaar de amendementen aannemen waarover alle partijen het eens zijn. Het is dus te vroeg om de impact van de geamendeerde IGR in te schatten.
Voor de twee processen nam België, net als de andere EU-lidstaten, deel aan de EU-coördinatievergadering waar tot een EU-standpunt wordt gekomen. Ik gaf de belangrijkste Belgische prioriteiten al eerder mee in mijn antwoord van 21 februari.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, hier bestaat wel wat ongerustheid over. Ik weet niet zeker of ik het laatste voorstel van geamendeerde tekst heb gezien, maar in de IGR-tekst staat dat de WHO een coördinerende autoriteit bij een bedreiging van de volksgezondheid zou zijn. Men kan ook ingrijpen in de verdeling van diagnostische en therapeutische producten en in de verdeling van vaccins en beschermmateriaal. Men zou kunnen bepalen wie eerst aanspraak op bepaalde producten zou kunnen maken. Men zou ook kunnen ingrijpen op binnenlandse productie en de uitvoer van bepaalde producten kunnen verplichten. Men zou kunnen ingrijpen op de wetgeving inzake intellectueel eigendom.
Als daar dergelijke zaken instaan, lijkt het mij toch zeer belangrijk om daarover van gedachten te wisselen, ook in het Parlement. Ik wil aan het secretariaat en de voorzitter vragen om een datum te bepalen om grondig over deze tekst van gedachten te wisselen, zodat daarover geen onduidelijkheid kan bestaan. Mochten er zaken instaan die effectief bindend kunnen zijn voor ons land, dan is het toch belangrijk dat op voorhand goed te kunnen inschatten.
Het incident is gesloten.