Kamerlid
Kruimelpad
De taalkennis van buitenlandse (tand)artsen - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 20 juni 2023:
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, volgens de cijfers die ik bij u heb opgevraagd, heeft ongeveer een derde van de tandartsen die verleden jaar in ons land begonnen, zijn diploma aan een buitenlandse universiteit behaald. Dat voelt toch onrechtvaardig aan ten aanzien van de eigen aspirant-tandartsen. Dat geldt trouwens ook voor de aspirant-artsen.
Het opleidingsaantal van de eigen studenten wordt gereguleerd via quota, maar er is geen contingentering voor tandartsen en artsen met een buitenlands diploma uit de EU. Conform het principe van intra-Europese mobiliteit mogen tandartsen met een Europees diploma uit een ander land bijna ongehinderd instromen. In andere landen als Nederland, Frankrijk en Duitsland worden er wel bijkomende voorwaarden opgelegd. Het gaat dan bijvoorbeeld om een bewijs van taalkennis of een extra stagejaar. Bepaalde dentale rekruteringsbureaus hebben in de gaten dat het makkelijk is om als buitenlandse tandarts in België erkenning aan te vragen. Het gaat zelfs zover dat ze België aanprijzen als land waar men als tandarts heel gemakkelijk binnengeraakt en waar men ook heel veel kan verdienen. Dat laatste wordt blijkbaar ook actief in de praktijk gebracht. Volgens de cijfers van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) van het RIZIV zijn tandartsen met een buitenlands diploma verantwoordelijk voor een derde van de bedragen die gelinkt worden aan overprestaties.
Acht u een bewijs van taalkennis van het taalgebied in kwestie nodig? Zult u dat opleggen?
Waarom werd dat niet opgenomen in de kwaliteitswet? Het stond wel in een voorontwerp van die wet.
Wanneer zal de wet met betrekking tot de contingentering van artsen en tandartsen met een buitenlands diploma worden uitgevoerd?
Welke conclusies verbindt u aan het feit dat inverhouding een hoger bedrag van de P-waarde, de overprestaties dus, wordt vastgesteld bij tandartsen met een buitenlands diploma? Welke maatregelen wilt u daartegen nemen?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, in de huidige wetgeving is een bewijs van taalkennis geen vereiste om de toegang tot het beroep van tandarts te verkrijgen. Dat geldt zowel voor beoefenaars die hun diploma hebben behaald in een Europese lidstaat als voor zij die buiten de Europese Unie hebben gestudeerd.
In het kader van de omzetting van de Europese richtlijn 2005/36 werd in de Belgische wetgeving wel ingeschreven dat de Europese zorgverleners/migranten voldoende Nederlands, Frans of Duits moeten kennen om het desbetreffende gereglementeerde beroep in België te kunnen uitoefenen. Dat is momenteel echter geen criterium, om de erkenning of het visum te weigeren.
De richtlijn laat het voorts niet toe de kennis van de taal van één specifiek taalgebied te eisen. De keuze ligt met andere woorden bij de beoefenaar.
Niet-Europese beoefenaars moeten hun diploma eerst gelijkwaardig laten verklaren voor de Gemeenschappen. Voorts is er echter geen taalvoorwaarde vastgelegd om de toegang tot hun beroep te verkrijgen.
Ik ben er mij wel van bewust dat de taalkennis een belangrijk element is voor de veilige uitoefening van de gezondheidszorg. Mijn administratie werkt voor de Europese beoefenaars nauw samen met de Gemeenschappen rond het thema. Voor niet-Europese beoefenaars worden de aanvragen voorgelegd aan de federale raad van de desbetreffende beroepen, die waar nodig via een interview onder andere de taalkennis van de aanvrager kan toetsen. Er is voor hen op het moment echter geen duidelijke juridische basis om dossiers louter om die redenen te weigeren.
U vraagt waarom een dergelijke bepaling niet in de kwaliteitswet is opgenomen. Dat zou immers de sleutel kunnen zijn geweest. Het is voor mij enigszins moeilijk om op die vraag te antwoorden, want dat is een vraag naar een interpretatie van een politieke bespreking uit het verleden.
Mijn voorgangster heeft in 2019 effectief een poging gedaan om de taalkennis als voorwaarde voor het visum in te schrijven in de wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg. De artikelen in kwestie zijn echter gesneuveld in de finale tekst tijdens de parlementaire besprekingen. Wanneer men het debat daarover opnieuw wil openen, wat natuurlijk mogelijk is, dan betekent zulks dat een nieuw wetgevend kader tot stand moet worden gebracht via een parlementair debat.
U vroeg wanneer de wet met betrekking tot de contingentering van artsen en tandartsen met een buitenlands diploma zal worden uitgevoerd. Er bestaan drie verschillende stromen van vreemdelingen die hun carrière in de geneeskunde of tandheelkunde starten in België.
De eerste stroom betreft buitenlandse studenten die vanaf het begin van hun studies naar België komen. Daar zit men met een bevoegdheid van de gemeenschappen. De Franstalige Gemeenschap, voor wie die instroom zeer belangrijk is, heeft een decreet uitgevaardigd dat het aantal niet-residentiële studenten limiteert. Zij pakt dat op die manier aan.
De tweede stroom betreft afgestudeerden in de geneeskunde en tandheelkunde aan een niet-Belgische universiteit die hun specialisatie in België aanvatten. Zij vallen op dit moment buiten de quota. Dat betreft echter een minieme instroom in vergelijking met de derde categorie van instromers.
De derde stroom, de belangrijkste, betreft beoefenaars die volledig zijn opgeleid in het buitenland, dus basisdiploma en specialisatie, en die een visum in België verkrijgen. Na juridische analyses blijkt het zeer moeilijk om deze instroom te limiteren in het licht van de Europese richtlijn over mobiliteit en evenredigheid. Het zou een mooie opdracht zijn voor het voorziene interfederale planningsorgaan om na te gaan of men daar alternatieve of flankerende maatregelen kan nemen. Wat u weergeeft, is inderdaad een punt van zorg. Het is reglementair heel moeilijk om daar iets aan te doen, gezien het Europese kader, maar niet uitgesloten. Wij moeten dat verder bekijken.
Met betrekking tot de planning van het aanbod en hoe men probeert een aanbod te krijgen dat effectief beantwoordt aan de taaleisen, dat is echt iets wat men in het interfederale planningsorgaan, dat hopelijk snel wordt opgericht, zou moeten bespreken.
U vroeg ook naar mijn mening over het hogere bedrag van de P-waarden bij tandartsen met een buitenlands diploma. Tandartsen met een buitenlands diploma worden niet specifiek opgevolgd door het RIZIV. Zij zijn zoals alle tandartsen onderdeel van systematische risicoanalyses en van opvolging van de P-waarden. Deze analyses of externe meldingen vormen de basis voor verdere controleacties en eventuele tenlasteleggingen met terugvorderingen en/of administratieve sanctiemaatregelen.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, u zei dat het Europese kader het moeilijk maakt daar iets aan te veranderen, maar andere landen doen het wel. Het is dus zeker niet onmogelijk. Frankrijk, Nederland en Duitsland doen het wel, zij leggen extra voorwaarden op. Wij zien dat daardoor de instroom begint op te drogen. Toen er in Frankrijk minder tandartsen met een buitenlands diploma instroomden, zag men bij ons het aantal toenemen. Het zijn communicerende vaten. Ik stel voor dat hier gewoon werk van wordt gemaakt. Wij zien het gebeuren in andere landen, dus waarom kan het dan bij ons niet?
Ik vind het ook bijzonder oneerlijk ten opzichte van onze eigen studenten die graag arts of tandarts willen worden, niet alleen omdat er een ongelijke toegang tot het beroep is, maar ook omdat het ten nadele van de quota gaat. Die buitenlandse tandartsen worden immers meegeteld als men nagaat hoeveel tandartsen er actief zijn op ons grondgebied. Het werkt dus bijkomend oneerlijk in op het aantal tandartsen dat wij kunnen opleiden.
Wat de P-waarden betreft, die geven één signaal. Ik wil niet aandringen op een heksenjacht of stigmatiseren, dat is absoluut niet de bedoeling, maar ik meen wel dat het signaal heel belangrijk is. Men moet verder uitzoeken of er nog bijkomende misbruiken zijn van ons systeem van sociale zekerheid. Ik meen dat wij dat echt niet mogen tolereren.
Als we bekijken hoe de dentale rekruteringsbureaus tandartsen uit het buitenland naar hier willen lokken, dan gebeurt dat echt met de verkeerde argumenten. Ik meen dat iemand die graag zorg wil verlenen niet met die argumenten naar hier moet worden gelokt. Dat is echt een fout signaal en voor de kwaliteit van onze zorg is het helemaal niet goed, aangezien zij omwille van geldgewin naar hier gelokt worden. Ik hoop, mijnheer de minister, dat het signaal duidelijk is en dat er zal worden ingegrepen.
Het incident is gesloten.