Kamerlid
Kruimelpad
Zware medische beeldvorming – audit - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 7 juni 2022:
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijn volgende vraag gaat over de audit van zware medische beeldvorming in de ziekenhuizen. De eenheid Audit Ziekenhuizen heeft het gebruik van zware apparatuur voor medische beeldvorming, met name CT en MRI, doorgelicht in het Belgische ziekenhuislandschap. Daaruit komen een aantal vaststellingen die al eerder zichtbaar waren in de rapportering door bijvoorbeeld het IMA.
Zo is er een verschil in het gebruik van zware radiologische apparatuur in de verschillende deelstaten. In Wallonië worden ongeveer evenveel MRI-scans gemaakt als in Vlaanderen, maar wel meer CT-scans. Bovendien worden door de eenheid Audit Ziekenhuizen een aantal opmerkelijke conclusies gemaakt. Een hoger gebruik van zware radiologische apparatuur zou in correlatie staan met de beschikbaarheid ervan. Ziekenhuizen met interne procedures om het gebruik van CT-scans af te bouwen, zouden daar ook in slagen. CT-scans worden het beste zo veel mogelijk beperkt, gezien de straling die ermee gepaard gaat.
In verband met de digitalisering zouden er nog problemen zijn met de implementatie in het elektronisch patiëntendossier en de gegevensdeling. Daarnaast is er het gekende feit dat het hoge gebruik van radiografieën en CT-scans in dit land ons al jarenlang een internationale topplaats oplevert qua stralingsbelasting. Wat dat betreft zijn MRI-scanners minder schadelijk, aangezien ze enkel een budgettaire impact hebben en geen impact met betrekking tot ioniserende straling.
Wat zijn uw conclusies uit deze belangrijke audit? Bent u het eens met de aanbevelingen van de eenheid Audit Ziekenhuizen?
Welke acties zullen hieruit volgen en volgens welk tijdspad?
Heeft u een bepaalde reductie van stralingsbelasting voor ogen, zodat we eindelijk uit de top geraken van landen met de hoogste stralingsbelasting? Hoe zal u dat aanpakken?
Bent u in overleg met de deelstaten over het voorschrijfgedrag en de mogelijke impact van het onderwijs en bijscholing op het aantal voorschriften voor zware beeldvorming?
Zal u in overleg gaan met radiologen en ziekenhuizen? Zo ja, wanneer en met wie?
Minister Frank Vandenbroucke:
De audit heeft interessante vaststellingen en aanbevelingen opgeleverd. De audit heeft terecht belangrijke inter- en intraregionale verschillen in praktijkvoering aangetoond. De audit geeft ook de belangrijke positieve vaststelling dat in ziekenhuizen die een beleid hebben opgesteld voor het verminderen van het aantal CT-onderzoeken een positief effect zichtbaar is op de verhouding tussen MRI-verstrekkingen en CT-verstrekkingen. Dat is natuurlijk een belangrijk aanknopingspunt om het gerechtvaardigd gebruik van CT-onderzoek te promoten en zo de inter- en intraregionale verschillen te verkleinen.
U vraagt naar acties. Zoals opgenomen in mijn hervormingsplan ziekenhuisfinanciering wil ik in overleg met het Belgian Medical Imaging Platform of BELMIP de nieuwe financieringswijze van de medische beeldvorming in de ziekenhuizen uitwerken. Dat gaat over de financiering van CT en MRI. Het idee is een financieringsmodel in te voeren met, enerzijds, een professioneel honorarium voor de arts en, anderzijds, een technisch forfait voor de werking van het toestel, gebaseerd op verantwoorde, reële kosten in functie van een verantwoord volume aan prestaties.
Het forfait is meer concreet gebaseerd op een genormeerde populatiegebonden financiering. Er wordt daarbij gekeken naar het marktaandeel van elk ziekenhuis voor zware medische beeldvorming, een te bepalen normconsumptie met CT versus NMR en daaruit een te bepalenverantwoord aantal toestellen per ziekenhuis. Onze inspiratie ter zake is het Franse model.
Bovendien zijn het RIZIV en de FOD Volksgezondheid al bezig met een analyse van de manier waarop een rationeel gebruik van de medische beeldvorming kan worden bekomen. Daarin passen verschillende projecten. Ik zal er u twee geven.
Dat is, ten eerste, het invoeren van de clinical decision support voor het aangewezen voorschrijven van radiologie. Bij dat systeem van clinical decision support zullen evidencebased basisbeslisregels worden geïntegreerd in de klinische workflow van alle artsen die radiologische onderzoeken aanvragen. Het systeem zal per voorschrift nagaan of het voorgestelde onderzoek in lijn ligt met evidencebased aanbevelingen. Dat zal de artsen helpen een meer doelmatig voorschrijfgedrag te ontwikkelen. Een planning en tijdlijn werd voor het project clinical decision support voor radiologie opgesteld. Door middel van pilootprojecten wensen wij de ondersteunende doelen voor radiologie in juni 2024 uit te rollen.
Het project kan succesvol worden uitgerold op voorwaarde dat, ten eerste, de planning is afgestemd met alle partners, zijnde de ontwikkelingspartners, eHealth, de eerstelijnszorg, de softwareleveranciers en andere. Die afstemming moet nog gebeuren. De tweede voorwaarde is dat het digitale verwijsvoorschrift beschikbaar moet zijn in het eerste kwartaal van 2024. CDS kan immers enkel zinvol worden toegepast, indien het geïntegreerd is in een digitale elektronische voorschrijvingsoplossing.
Het tweede grote project is een vervolgcampagne over medische beeldvorming bij lage rugpijn. Die campagne wordt nu voorbereid. Uit de evaluatie van de eerste campagne van 2021 blijkt dat de campagne een hoge retentiegraad had.
Maar liefst 43,7 % van de bevolking herinnerde zich de campagne na de afloop ervan en de campagne bleek goed te scoren op het vlak van informatie, leesbaarheid en aantrekkelijkheid.
U vraagt of we een bepaalde reductie van stralingsbelasting voor ogen hebben. De hoge stralingsbelasting voor diagnostische toepassingen wordt veroorzaakt door het ondoelmatig voorschrijven van radiologisch onderzoek, in het bijzonder de CT-scans. Een rapport van het RIZIV uit oktober 2010 stelde dat meer voorschrijven via evidence based guidelines de medische blootstelling aan ioniserende straling voor diagnostische onderzoeken met minstens een kwart zou kunnen verminderden.
Met de invoering van CDS voor radiologie, in combinatie met het nieuwe financieringsmodel, willen we onnodige onderzoeken voorkomen op het juiste moment, namelijk het ogenblik waarop de voorschrijvende arts deze zou aanvragen. Daarbij zouden in functie van de indicatie en op basis van de evidencebased beslisregels ondoelmatige CT-scans worden verminderd, enerzijds door geen beeldvorming voor te schrijven en anderzijds door een ander meer aangewezen onderzoek voor te schrijven, zoals een MRI.
Op het vlak van de stralingsbelasting is er wel goed nieuws. Wat betreft de stralingsbelasting per onderzoek, het FANC, waarmee nauw wordt samengewerkt binnen BELMIP, heeft in april de bevindingen van een dosisstudie gepubliceerd. Het FANC stelde vast dat de gemiddelde stralingsdosis waaraan patiënten per CT-onderzoek worden blootgesteld het afgelopen decennium met maar liefst 30 tot 55 % is gedaald. Op Europees niveau doen de Belgische ziekenhuizen het bij het uitvoeren van beeldvormingsonderzoeken goed wat betreft aandacht voor de stralingsbescherming van de patiënten. Tegelijkertijd verzekeren ze hierbij ook het behoud van een kwalitatieve beeldvorming. Deze laatste gedachte dus ter afsluiting van wat ik zei over de noodzaak om de stralingsbelasting verder te verminderen.
U vraagt of ik in overleg ben met de deelstaten. Correct voorschrijven van radiologisch onderzoek start inderdaad al bij de opleiding van de artsen. Het RIZIV en de FOD Volksgezondheid onderzoeken hoe een educatieve omgeving van de CDS-tool kan worden voorzien. Op die manier zal het CDS voor radiologie ook kunnen worden benut als tool bij de opleiding van artsen en bij de continue navorming. Wanneer er meer zicht is op de tijdshorizon voor dit luik van het CDS-project zullen wij de deelstaten contacteren. Periodiek worden in het platform BELMIP, waarin ook de deelstaten zetelen, al updates van het CDS-project meegedeeld.
U vraagt naar het overleg met radiologen en ziekenhuizen. Alle acties die ik hier heb aangehaald, worden uitgewerkt in overleg met de experts van BELMIP.
Op die wijze verzekeren wij dat de expertise van BELMIP wordt benut en dat alle stakeholdersbetrokken zijn.
Voor het clinical decision support voor radiologieprojecten is goede communicatie en afstemming met de sector essentieel. Daarom werd binnen het project een specifieke werkgroep communicatie en acceptatie opgericht. In deze werkgroep zullen alle actoren uitgenodigd zijn.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, dit verdient inderdaad aanpak op verschillende niveaus. U sprak over responsabilisering en doelmatige zorg. Ik heb in mijn opleiding geleerd om het ALARA-principe, as low as reasonably achievable, steeds te huldigen. Hoe minder straling men nodig heeft om een bepaald beeld te krijgen, hoe beter. Dat is een heel belangrijk principe, het is vooral aan de artsen, maar ook aan de patiënten. Voorlichtingscampagnes moeten patiënten continu bewustmaken dat een CT-scan niet steeds de oplossing is voor een probleem of niet steeds nodig is om een bepaalde diagnose te stellen. Dat is heel belangrijk.
Uit die studie blijkt inderdaad dat de ziekenhuizen die reeds een protocol hanteren om het aantal CT-scans te doen dalen, daar ook in slagen. Het is volgens mij ook een kwestie van mentaliteit in een ziekenhuis, bij artsen, bij zorgverstrekkers. Er moet wel een algemeen plan zijn, maar men mag degenen die goed bezig zijn, niet bestraffen. Dat is belangrijk. Er zijn grote verschillen en het zijn niet degene die goed bezig zijn, die aangepakt moeten worden.
U geeft aan dat de stralingsdosis per CT de laatste tijd is gedaald. Inderdaad, er wordt steeds meer gebruikgemaakt van low dose CT's. Die evolutie is natuurlijk wel in alle landen bezig. Het aantal naar beneden krijgen moet dus nog steeds het doel zijn.
Ik volg het graag mee op. Het is een domein dat mij bijzonder boeit. Ik hoop dat wij inderdaad uit de top op het vlak van stralingsbelasting geraken.
Het incident is gesloten.