Kamerlid
Kruimelpad
Herstart en Transitieplan: versterking van het federaal wetenschapsbeleid - Schriftelijke vraag aan staatssecretaris Dermine
10 april 2022:
Mijnheer de staatssecretaris,
Het Herstart en Transitieplan werdop 12 oktober 2021 gelanceerd, met als doel onze economie extra zuurstof te geven en de omslag te maken naar een duurzame en digitale samenleving in de context van de pandemie. Voor het project “Hydrogen Test Facility for scientific and apllied research” werd in eerste instantie 16.2 miljoen euro toegekend.. Later werd bijkomend 29 miljoen euro toegekend aan federaal wetenschapsbeleid ter ondersteuning van onderzoek hieromtrent.
Hierover heb ik volgende vragen:
Kan u toelichten hoe de 16.2 miljoen euro exact besteed zal worden? Hoeveel VTE worden hiermee gefinancierd?
Wat is de doelstelling van het project en wat is de tijdslijn?
Kan u een gedetailleerd beeld schetsen van de bijkomende 29 miljoen euro om onderzoek te ondersteunen?. Voor welke instellingen wordt dit aangewend? Hoeveel VTE gaan hiermee gepaard? Graag het financieel plan van deze middelen.
Is inzake deze materie overleg gepleegd met de gemeenschappen, aangezien zij hier ook onderzoek naar voeren? Zijn hieruit samenwerkingsverbanden? Graag een overzicht en de huidige stand van zaken betreffende de samenwerking met de gefedereerde entiteiten.
Dank voor uw antwoord,
Frieda Gijbels
18 mei 2022:
1. Het bedrag van 16,2 miljoen euro toegekend voor het projet Hydrogen Test Facility dekt de haalbaarheidsstudie, de locatiekeuze/het -voorstel (met inbegrip van de juridische en technische analyse van de site), de technische studies (met inbegrip van de veiligheidsstudies), de aankoop van het terrein, de bouw van een aangepast gebouw (met bescherming tegen explosiegevaar) en de generieke basisuitrusting. De kosten van deze verschillende projectonderdelen worden als volgt uitgesplitst:
1) Toelage aan het Instituut von Karman:
0,3 M€: haalbaarheidsstudies en studies voor selectie van de locatie
1,9 M€: technische veiligheids- en ingenieursstudies
12,5 M€: bouw van gebouwen en installaties
2) Investering:
1,5 M€: aankoop van het terrein door de Staat
Het aantal voltijdsquivalenten dat eventueel door het project zal worden gefinancierd, is in dit stadium nog niet gekend.
Het valt op te merken dat het specifieke instrumentarium zal worden gefinancierd door particuliere mede-investeerders (hetgeen een aanzienlijk hefboomeffect moet creëren en gericht moet zijn op toepassingen op industriële schaal). De exploitatie- en onderhoudskosten zullen voor 100% worden gedekt door eigen inkomsten uit onderzoeksprojecten en missies. Deze verschillende kosten zullen derhalve niet door het project worden gedragen.
2. Waterstof, in combinatie met hernieuwbare elektriciteit, zal een belangrijke rol spelen in de energietransitie naar een koolstofvrije industrie om tegen 2050 op Europees niveau klimaatneutraliteit te bereiken. Om deze industriële transitie tot stand te brengen moeten een aantal technologische uitdagingen worden aangegaan. Er is echter een grote kloof tussen de huidige kleinschalige testfaciliteiten en het grootschalige industriële gebruik van waterstof.
Om de schaalvergroting tot een industriële demonstrator mogelijk te maken, wordt voorgesteld geschikte testinstallaties te bouwen die grotere hoeveelheden waterstof kunnen behandelen en opslaan zodat de elders gefinancierde onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten kunnen overgaan tot de uitvoeringsfase.
De doelstelling van dit internationale project is dan ook de oprichting van een Hydrogen Test Facility via het Von Karman Instituut voor Stromingsdynamica (gezien hun ervaring, deskundigheid en netwerk op dit gebied). Het is de bedoeling op een nieuwe locatie (die eigendom zal zijn van de Belgische Staat) een generieke infrastructuur te ontwikkelen die de verschillende faciliteiten kan huisvesten die nodig zijn om op grote schaal experimentele tests met waterstoftechnologieën uit te voeren. De faciliteit moet onderdak kunnen bieden aan toegepaste experimenten met betrekking tot de gehele waardeketen van de waterstofeconomie, met bijzondere aandacht voor wat onder de federale bevoegdheden valt (op het gebied van waterstofproductie, -vervoer en -opslag, waterstoftoepassingen in mobiliteit en elektriciteitsproductie, en de veiligheid van installaties).
Deze Belgische waterstoftestfaciliteit zal worden gebruikt als een gedeelde infrastructuur, die openstaat voor externe partners (uit de academische wereld, onderzoeksinstellingen en industrie) om hun grootschalige experimenten ter plaatse of op afstand uit te voeren. Het zal een plaats zijn om innovatie te demonstreren en te leren van interdisciplinaire projecten en samenwerkingsverbanden, onderwijs en opleiding in waterstoftechnologieën.
Dit project beoogt zowel de Belgische als de Europese waterstofstrategie te ondersteunen en deel uit te maken van het Europese landschap van waterstofonderzoeksinfrastructuren.
De Hydrogen Test Facility zal bestaan uit een modulair en evolutief gebouw wat alle belangrijke systemen betreft (zoals de lay-out van het gebouw, de flexibele lay-out van de testcellen, de besturingssystemen en -procedures, de veiligheidsvoorzieningen, de waterstoftoevoer en -opslag, en de softwareoplossingen).
Uiteindelijk zal het testcentrum bestaan uit verschillende testcellen die verbonden zijn met de centrale waterstofvoorzienings-, productie- en/of vloeibaarmakingsinfrastructuur, met de stroomvoorziening, alsook met een krachtige computeromgeving met breedband- en hogesnelheidsverbindingen, idealiter met inbegrip van 5G-technologieën, softwareplatforms en -protocollen voor onder meer AI-gebaseerde controles, slimme sensoren en actuatoren, en een cyberbeveiligingsstrategie.
Het project loopt, in principe, van 2022 tot 2025.
3.De 29M€ ter ondersteuning van onderzoek wordt aangewend voor de volgende activiteiten:
a) acties van de POD Wetenschapsbeleid
1.De organisatie van 2 oproepen tot voorstellen (impulsacties): één ter ondersteuning van federale onderzoeksinfrastructuren via een oproep tot voorstellen (11,7045 M€) die openstaat voor federale onderzoeksactoren en één ter ondersteuning van polair onderzoek via een oproep tot voorstellen (3 M€) die openstaat voor alle onderzoeksactoren in het land.
2. De versterking van bestaande onderzoeksplatformen en -infrastructuren, nl het Biodiversiteitsplatform (een samenwerkingsinitiatief tussen het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen - KBIN - , het instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - INBO - en het Departement voor Environnement, Food and Rural Affairs van het Waals Gewest - DEFRA) en de gecoördineerde collectie van micro-organismen (BCCM een samenwerkingsproject tussen SCIENSANO, Universiteit Gent, Instituut voor Tropische Geneeskunde, Universiteit Luik en Université Catholique de Louvain). De budgetten voor deze recurrente initiatieven zijn sinds 2009 ongewijzigd gebleven, ze krijgen een injectie van respectievelijk 0,6M€ en 1,74M€ wat hen moet toelaten de activiteiten binnen hun strategische meerjarenplannen efficiënter uit te voeren en actief te zoeken naar bijkomende inkomsten.
b) Activiteiten van de federale wetenschappelijke instellingen (FWI)
Drie specifieke acties worden ondersteund:
1) De luchtobservaties met kustwachtvliegtuig boven de Noordzee
Er wordt een ondersteuning van 360.000 € voorzien voor de uitbreiding van het nationaal luchtobservatieprogramma dat door het KBIN wordt uitgevoerd, meer specifiek voor het meten van de zwavel-, stikstof- en roetuitstoot van zeeschepen.
Er zullen 2 VTE door het project worden gefinancierd over 3 jaar (2022-2024).
2) De actie "Erfgoed in gevaar" van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium - KIK
Er wordt een ondersteuning (1.1 M€) voorzien voor de uitwerking van een gecoördineerde en efficiënte responsstrategie voor de bescherming van erfgoedsites ingeval van een crisis, zoals de overstromingen van juli 2021.
Er zullen 12,25 VTE door het project worden gefinancierd over 3 jaar (2022-2024).
3) Ontwikkeling van een Belgisch forensisch houtidentificatiecentrum in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA)
Gezien de enorme omvang van de illegale houthandel en het gegeven dat de houtcollectie van het KMMA tot de grootste ter wereld behoort wordt een ondersteuning (0,72M€) voorzien voor de oprichting van een Belgisch referentiecentrum voor houtidentificatie.
Het project financiert de aankoop van een DART-TOFMS hoogtechnologisch meetinstrument voor houtidentificatie (0.3M€) alsook werkingskosten en 2 FTE voor onderzoek en technisch beheer (0,42M€) (2022-2024).
C) Deelname aan Europese samenwerkingsinitiatieven
De Europese Unie promoot de samenwerking van haar lidstaten rond specifieke onderzoek- en ontwikkelingsinitiatieven. Om te kunnen deelnemen aan deze initiatieven wordt verwacht dat de betrokken overheden de initiatieven co-financieren.
In die context wordt een cofinanciering van de federale overheid voorzien voor de Europese Quantum Communication Infrastructure (EUROQCI), meerdere Europese Partnerships, ondermeer betreffende biodiversiteit (Biodiversa), de Europese Open Science Cloud (EOSC), het Europese High Performance Computing initiatief (EuroHPC), een klimaatneutrale, duurzame en productieve "Blue economy" (SBEP) en de "Joint Programming" initiatieven (JPI's) betreffende klimaat en oceanen.
Voor de cofinanciering van de acties die binnen deze verschillende Europese samenwerkingsinitiatieven zullen ontwikkeld worden via Europese oproepen tot voorstellen is 8,7615M€ voorzien.
Gezien het merendeel van de acties vorm krijgen via oproepen tot voorstellen is het op dit ogenblik nog niet mogelijk te zeggen hoeveel VTE betrokken zullen zijn bij deze investering.
De tijdslijn is dezelfde als voor andere activiteiten binnen het herstel- en transitieplan.
4. Het project Hydrogen Test Facility beoogt zowel de Belgische als de Europese waterstofstrategie te ondersteunen en deel uit te maken van het Europese landschap van waterstofonderzoeksinfrastructuren.
Het VKI zal een aanzienlijk deel van zijn O&O-programma met betrekking tot de Hydrogen Test Facility richten op projecten/het ontwikkelen van technologie die in overeenstemming zijn met de federale bevoegdheden.
De complementariteit met waterstofprojecten die door of voor de gefedereerde entiteiten worden uitgevoerd, zal worden verzekerd door de vertegenwoordigers van deze entiteiten in de raad van bestuur van het VKI.
Bovendien onderhoudt het VKI intensieve contacten met alle universiteiten van de Vlaamse en Franstalige gemeenschap in België om naar maximale synergiën te gaan. Er is ook overleg met onderzoekscentra.
Voor wat betreft de acties die ontwikkeld worden binnen de 29 M€ aan bijkomende middelen is er, voor wat betreft de cofinanciering van de Europese samenwerkingsinitiatieven, overleg binnen de werkgroepen van de Commissies voor internationale en federale samenwerking (CIS/CFS). Voor de andere activiteiten, die eerder binnen de federale bevoegdheden vallen, is er waar relevant, overleg en afstemming op projectniveau.