Kamerlid
Kruimelpad
Het ziekenhuismanagement - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, de MAHA-studie van Belfius onderzoekt jaarlijks de financiële gezondheid van de ziekenhuizen. Dit jaar werden er cijfers getoond die problematischer zijn dan ooit. De marges waren altijd al flinterdun, maar nu is er een algemeen verlies van 181 miljoen. Het gewone bedrijfsresultaat is negatief voor meer dan de helft van de ziekenhuizen.
Daarbij zijn de verliezen blijkbaar een pak groter voor de Waalse en de Brusselse ziekenhuizen dan voor de Vlaamse. Wij hebben het dan over een factor van drie tot zes hoger, dit ondanks de hogere ereloonsupplementen in Wallonië en in Brussel. De verschillen tussen de individuele ziekenhuizen zijn groot, hoewel het financieringsprincipe overal hetzelfde is. De vraag die wij ons volgens mij dus moeten stellen, is hoe dat komt.
Mijnheer de minister, wordt er een specifieke analyse gemaakt van de verlieslatende ziekenhuizen? Waar zitten de verschillen met de ziekenhuizen die het financieel beter doen? Wordt er opgevolgd hoe hoog de indirecte kosten zijn voor de ziekenhuizen? Worden er vergelijkingen gemaakt inzake de kostenefficiëntie? Zo ja, hoe? In hoeverre wordt er toegezien op een efficiënt financieel management? Bestaan er responsabiliseringsmechanismen? Worden er goede praktijken uitgewisseld of verbetertrajecten aangereikt? Welke verbetertrajecten werden al aangereikt? Hoe vaak is dit gebeurd? Tot slot, is er doorheen de jaren een evolutie merkbaar in de groei van personeelsuitgaven voor management, dus voor de niet-medische staf? Is er een verschil tussen de ziekenhuizen die het goed doen en de ziekenhuizen die het minder goed doen? Kunt u dit toelichten?
...
Frank Vandenbroucke, ministre:
Monsieur Mariage, j'espère que vous ne m'en voudrez pas de ne pas répéter le débat que nous avons eu en commission et en plénière sur l'étude dite MAHA. Cette étude indique qu'un stress financier pèse particulièrement sur les hôpitaux et qu'il est nécessaire de continuer à y investir. C'est d'ailleurs un axe stratégique de ce gouvernement. Je vous renvoie au discours que j'ai prononcé le 14 novembre. Il contient beaucoup de chiffres et d'analyses. Vous le trouverez sur mon site vandenbroucke.belgium.be, en indiquant MAHA dans l'outil de recherche. Un élément d'analyse y présente un facteur d'instabilité dans un contexte d'inflation galopante et d'augmentation des prix de l'énergie. L'instabilité est intrinsèquement liée au financement dual des hôpitaux, qui puisent d'un côté dans le budget des moyens financiers, qui est indexé, et de l'autre dans les honoraires via les rétrocessions d'honoraires, qui ne sont pas indexés à temps.
Je voulais souligner dans ce discours qu'il faut en même temps investir et réformer en profondeur ce système de financement dual, qui est totalement daté. Je mentionne également dans le discours les efforts que nous avons déployés, sans aucune complaisance, car je pense que les hôpitaux sont confrontés à une situation extrêmement difficile. Je vois maintenant, et je m'en excuse, que vous avez une question spécifique sur les hôpitaux universitaires et psychiatriques. Je n'ai pas la réponse à cette question ici. Peut-être pourriezvous m'adresser une question écrite? Ou alors j'essaie de vous fournir des éléments de réponse de manière informelle, mais je n'ose pas me prononcer sur la date exacte à laquelle je disposerai d'un bilan pour ce qui concerne les hôpitaux universitaires et psychiatriques. Je vais me renseigner à ce sujet, mais nous pouvons en discuter à l'issue de la réunion. Pour ce qui est de l'analyse générale, je me réfère au débat précédent et au discours, que vous trouverez sur mon site.
Mevrouw Gijbels, wat u zegt, is juist. Eigenlijk is er een belangrijk verschil tussen de ziekenhuizen. Wat we zien is dat sommige ziekenhuizen in het onderzochte jaar met een bijzonder moeilijke situatie kampten. In andere ziekenhuizen was dat minder het geval. We spreken eigenlijk van gemiddeldes waaronder er een zeer grote dispariteit is. Ik denk dus dat u daar gelijk in hebt. Op basis van de MAHA-analyse zie ik daar niet echt causale verklaringen voor. Ik zie op basis van deze studie geen elementen waardoor ik kan besluiten dat bepaalde kenmerken van bepaalde ziekenhuizen leiden tot een groot deficit en andere kenmerken tot een kleiner deficit.
De gegevens voor dit soort analyse heb ik niet. Ik denk dat efficiëntie bijzonder belangrijk is, maar anderzijds ligt er ook een zekere verantwoordelijkheid bij de ziekenhuizen zelf. Zij hebben een algemeen financieringskader. De overheid moet goede financieringsregels organiseren maar er berust toch nog altijd een belangrijke verantwoordelijkheid bij de verschillende types ziekenhuizen, of die nu grotendeels met zelfstandigen werken of met mensen in vast dienstverband, en ongeacht of het gaat om militaire, psychiatrische of algemene ziekenhuizen. Ziekenhuizen zijn geen staatsbedrijven en wij zouden dat ook niet willen.
Zij hebben dus zelf ook een belangrijke verantwoordelijkheid. Er zijn wel wat ziekenhuizen – heel wat zelfs - die zich hebben ingeschreven in benchmarkinitiatieven om zich te kunnen vergelijken op het vlak van best practices, ook wat betreft financieel management. Ik denk dat dit belangrijk is maar ik heb daar ook geen omvattende analyse van. Wij hebben ook geen gegevens aangaande de personeelsuitgaven voor management of breder de niet-medische staf. Dat zou interessant zijn, maar we hebben die gegevens niet. Ik ben ook a priori niet zeker of een goede of slechte prestatie in termen van de MAHA-studie rechtstreeks correleert met de vraag of er nu relatief veel of weinig management is. Dat weet ik eerlijk gezegd niet.
Dat is een belangrijke verantwoordelijkheid voor de ziekenhuizen zelf, mevrouw Gijbels. Ik heb niet het soort gegevens dat mij zou toelaten om u nu een antwoord te geven, maar dat wil niet zeggen dat het niet ooit interessant zou kunnen zijn om dat te bestuderen. Ik denk dat onze verantwoordelijkheid ligt bij het creëren van een coherenter financieringssysteem dat tot wat meer stabiliteit leidt, ook wanneer men met zulke schokken – inflatie, energieprijzen – te maken heeft.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, u zegt dat u op basis van deze studie zelf geen causale verbanden kan vinden tussen het ene en het andere. Zo wordt er bijvoorbeeld vaak gewezen naar het aantal managementlagen als het gaat om het inzetten van middelen. Het zogenaamde vette middenkader kost niet alleen veel geld, maar geeft ook vaak opdrachten aan het verplegend personeel als bijvoorbeeld het invullen van allerlei lijstjes. Ik denk dat daar echt eens naar moet worden gekeken.
U hebt gelijk als u zegt dat ziekenhuizen geen overheidsbedrijven zijn. Ik wil absoluut niet evolueren naar staatsgeneeskunde, dat weet u zelf ook, maar de ziekenhuizen worden wel gefinancierd met belastinggeld. Ik meen dus dat er wel beter toezicht nodig is. Mijnheer de minister, het zou goed zijn als u zelf een studie bestelt om te kijken naar de manier waarop ziekenhuizen met die middelen omgaan.
Ze moeten effectief voor hun verantwoordelijkheid worden geplaatst, want als het misgaat zal het uiteindelijk de belastingbetaler zijn die daarvoor opdraait. In die zin vind ik wel dat er meer verantwoordelijkheidszin en ook veel meer transparantie van ziekenhuizen mag worden gevraagd.
...
Het incident is gesloten.