Kamerlid
Kruimelpad
De gevolgen van het gedeeltelijke supplementenverbod voor ambulante CT- en MRI-onderzoeken - mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, door het verbieden van supplementen op ambulante MRI- en CT-onderzoeken tijdens de kantooruren, blijken er problemen te ontstaan in de ziekenhuizen. Eenvoudige onderzoeken moeten nu tijdens de kantooruren gebeuren en complexe onderzoeken worden verschoven naar latere uren waardoor er een wachttijd ontstaat. Supplementen verschuiven ook van MRI- en CT-scans naar RX en echo. Ziekenhuizen verliezen veel tijd en dus geld met het informeren van patiënten over de gewijzigde regels en met de herplanning van hun werkschema.
Ziekenhuizen die minder supplementen vragen op zware beeldvorming doen misschien meer onderzoeken of halen hun financiering op andere manieren binnen. Het aandeel van afdrachten en supplementen dat bijdraagt aan de ziekenhuisfinanciering is echter ongeveer even groot als de basisfinanciering via het BFM. Ingrijpen op die honoraria, supplementen of afdrachten is dus ingrijpen op het fragiele kaartenhuisje van de gebrekkige ziekenhuisfinanciering. Ik heb hierover een aantal vragen.
Bent u op de hoogte van de problemen op de afdelingen radiologie? Op welke manier worden de minderinkomsten voor ziekenhuizen via afdrachten gecompenseerd? Hebt u weet van een verschuiving van supplementen naar andere types beeldvorming, zoals de gewone radiografieën en echografieën? Worden de wachtlijsten gemonitord door uw diensten? Is er een impact merkbaar?
Minister Frank Vandenbroucke:
Ik wil nogmaals herhalen, mevrouw Gijbels, dat er nogal veel ziekenhuizen zijn waar nooit een supplement wordt gevraagd op zware medische beeldvorming. Zij doen dat blijkbaar zonder dat ze dat moeten vragen. Er zijn dus ziekenhuizen die dat systematisch doen. U suggereert dat de ziekenhuizen die dat niet vragen andere manieren hebben om onoplosbare financiële problemen op te lossen.
Ik ben er niet zo zeker van dat dat het volledige verhaal is. Wat mij wel opvalt in uw vraagstelling is dat u het voortdurend hebt over een verlies voor de ziekenhuizen. Laat ons echter eerlijk zijn, en dat is geen verwijt, een groot deel van die supplementen is toch gewoon netto-inkomen voor de radiologen? De ziekenhuizen worden niet gefinancierd met heel dat bedrag.
Dat gaat ook over het inkomen van de radiologen, maar u vergeet dat blijkbaar altijd. Zeggen dat dit een immens probleem is voor de ziekenhuisfinanciering klopt niet. Dit zijn minderinkomsten voor ziekenhuizen en radiologen. Men moet ook de eerlijkheid hebben om dat ook te zeggen.
Minister Frank Vandenbroucke:
Jawel, mevrouw Fonck, dat is wel zo. Is er iets verkeerd met wat ik zeg? Dat zijn minder inkomsten voor radiologen en ziekenhuizen.
Ten tweede, de wachttermijnen voor onderzoeken – u verwijst met name naar NMR – zijn helaas een bekend probleem. Wij weten dat er lange wachttijden zijn. Ik hoor inderdaad dat men zegt dat de bestaande wachttijden de schuld zijn van het beleid, maar die wachttijden waren er al. Nu zou dat plots de schuld van het beleid inzake de supplementen zijn. Dat klopt natuurlijk niet. Het is juist dat ziekenhuizen zich misschien moeten herorganiseren om te voldoen aan de eisen die in de wet staan die hier goedgekeurd is, namelijk dat er voldoende capaciteit moet zijn om patiënten aan de officiële tarieven te behandelen, overdag of 's nachts, maar het probleem van de wachttijden was er altijd. Dat is dus niet de schuld van het feit dat men geen supplementen meer mag vragen. Dat is een klein beetje simpel.
Om het probleem van de wachttijden ten gronde op te lossen, heeft men meer toestellen nodig, denk ik. Ik heb die vraag al een hele tijd geleden voorgelegd en heb daar op 20 december 2023 een advies over gekregen van de Federale raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, maar dat advies illustreert dat de meningen hierover wat verdeeld zijn. Ik lees voor wat het advies zegt: "De Federale raad voor Ziekenhuisvoorzieningen is akkoord met een uitbreiding van het aantal NMR-toestellen in de programmatie met 38 toestellen. Een deel van de leden pleit voor een onmiddellijke verhoging van de programmatie met 38 toestellen, een ander deel van de leden pleit voor een gefaseerde aanpak met een eerste contingent van 20 NMR-toestellen en in een tweede fase binnen vijf jaar bijkomende toestellen, waarbij de gegevens bekomen uit de CDS gebruikt worden om de toekomstige nood aan bijkomende NMR-toestellen te evalueren en bijkomende uitbreiding te onderbouwen."
Ik zal mijn collega's in de interministeriële conferentie Volksgezondheid vatten met het voorstel om de programmatie nu te verhogen met 20 NMR-toestellen. Dat is een evidente, pragmatische stap om iets te doen aan het probleem van de wachttijden, want dat is wat er in essentie moet gebeuren. Ik zal dat dus met mijn collega's bespreken.
Voor het overige wil ik nog het volgende zeggen, want men vergeet dat altijd. Dit is gewoon een uitvoering van een medicomutakkoord. Dit stond in een medicomutakkoord en we voeren dat uit. Ik denk dat dit een goed voornemen was dat in dat medicomutakkoord stond, onderhandeld en goedgekeurd door de artsenorganisaties. Het is goed dat we dat uitvoeren en men moet niet zeggen dat dit louter en alleen maar minder inkomsten zijn voor ziekenhuizen. Het zijn minderinkomsten voor radiologen en ziekenhuizen.
Wat de ziekenhuisfinanciering betreft, wil ik nog het volgende zeggen, zonder ten gronde in te gaan op het dossier. De hele werking van de poliklinische ziekenhuizen wordt niet gedekt door het budget van financiële middelen. Dat is ook nooit de bedoeling geweest. Die wordt voor een groot stuk gedekt door afdrachten. Dat is gewoon een realiteit. Een polikliniek is in de realiteit een soort cofinanciering.
De voortdurend herhaalde stelling dat we met een gigantische onderfinanciering zitten omdat het BFM niet doet wat het moet doen, mevrouw Gijbels, is een manier van voorstellen. De realiteit is dat het BFM nooit heeft gediend om activiteiten in de polikliniek te financieren. Veel van de afdrachten die worden gevraagd, gaan natuurlijk naar de financiering van activiteiten in de polikliniek, waar het BFM niet voor dient. Men moet al die elementen objectief op tafel leggen, wat niets afdoet van het feit dat er veel financiële en andere stress is in de ziekenhuizen, maar ik denk dat een openhartige en eerlijke discussie hier zou helpen, eerder dan aan patiënten te zeggen dat het feit dat ze nu moeten wachten is omdat er geen supplementen meer mogen worden gevraagd of dat we een verschrikkelijk probleem hebben in de ziekenhuisfinanciering en dat de enige manier om dat op te lossen supplementen was en dat we dat nu niet meer mogen doen. Dat klopt allemaal niet.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik vind het heel kras dat u beweert dat die supplementen dienen om de zakken van de radiologen te vullen.
Minister Frank Vandenbroucke:
Dat zijn uw woorden. Ik heb gezegd dat een deel daarvan naar de radiologen gaat en een deel naar de ziekenhuizen.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, in sommige ziekenhuizen gaan de supplementen zelfs volledig naar een fonds, om de kosten en de onkosten te financieren en om het personeel te betalen. U stelt dat wij gewoon meer toestellen nodig hebben. Wie zal u aan die toestellen plaatsen? Er zijn zo al problemen, om mensen te vinden. De personeelstekorten zijn overal. Zeker technisch personeel is heel moeilijk te vinden. Dat zijn dus oplossingen die de zaak alleen maar erger maken.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u de wachttijden opvolgt. Ze zijn immers echt bedreigend voor onze volksgezondheid. Ze worden langer. Ze waren er al en ze worden langer. Dat maakt het probleem alleen maar veel erger. Het allerergste van de hele situatie is dat u ter zake draadjes uit de ziekenhuisfinanciering trekt, die totaal niet klopt, zonder dat u een zicht hebt op de gevolgen. U geeft zelf aan dat u geen zicht hebt op de precieze grootte van de afdrachten.
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, ik heb wel een zicht op het totaal.
Frieda Gijbels (N-VA):
Op het totaal hebt u wel een zicht. Er zijn echter heel veel verschillen tussen de ziekenhuizen.
Minister Frank Vandenbroucke:
Hoe de afdrachten worden verdeeld over ziekenhuizen en het inkomen van radiologen, weet ik echter niet. Indien u voorbeelden hebt van ziekenhuizen waar 100 % naar een fonds gaat, krijg ik ze graag van u.
Frieda Gijbels (N-VA):
Dat is uw taak. Dat is een onderzoek dat u eerst had moeten doen, vooraleer u dergelijke maatregelen wilde treffen. Ik hoop maar dat een en ander geen grote gevolgen zal hebben voor onze volksgezondheid. Ik ben daar immers echt bang voor. Ik merk dat de supplementen gewoon verschuiven naar andere onderzoeken. Ik vraag mij dan ook af wat u hebt bekomen en op welke manier u de patiënt hebt geholpen.
Het incident is gesloten.